Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo EMUport CORE Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

OPSTELLING
1.
Installeer de persleiding loodrecht naar de pers-
aansluiting. De exacte maten van de opvoerin-
stallatie zijn te vinden in de documentatie van de
installatie.
2.
Persleiding op de persaansluiting aansluiten:
-
Monteer de persleiding met behulp van flens-
aansluitingen flexibel en geluidsgeïsoleerd op
de persaansluiting.
-
Plaats een afdichting tussen flensaansluiting en
persaansluiting.
Max. aandraaimoment: 45 Nm
Toevoer aansluiten
Bij het aansluiten van de toevoerleiding moet het
volgende in acht genomen worden:
De toevoer vindt plaats bij de toevoer-verdeler-
box.
Voer de toevoer volgens de geldige normen uit:
-
In het gebouw: EN 12056
-
Buiten het gebouw: EN 752
Een golfvormige toevoer en luchtinsluitsels moe-
ten worden vermeden.
Door een golfachtige toevoer en het binnen-
dringen van lucht kunnen er storingen in de
werking van de opvoerinstallatie ontstaan!
De aansluiting en alle verbindingen moeten abso-
luut dicht zijn.
De toevoer moet met een verval naar de
toevoer-verdelerbox plaatsvinden.
In de toevoer moet vóór de toevoer-verdelerbox
een afsluiter worden geïnstalleerd!
1
Fig. 4.: Toevoer aansluiten
1 Toevoeraansluiting
1.
Installeer de toevoer tot aan de toevoer-
verdelerbox.
2.
Plaats een afdichting tussen de toevoer-verdeler-
box en de flens van de toevoerleiding.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMUport CORE
3.
Monteer de toevoerbuis aan de flens van de
toevoer-verdelerbox.
Max. aandraaimoment: 45 Nm
Ontluchtingsleiding aansluiten
Voor de aansluiting van de ontluchtingsleiding
wordt een 2,5 m lange ontluchtingsslang met
Kamlock-koppeling meegeleverd. Deze ontluch-
tingsslang moet worden gebruikt om indien nodig
de afdekking van de toevoer-verdelerbox te
kunnen demonteren.
De volgende punten moeten bij het aansluiten
van de ontluchtingsleiding in acht genomen
worden:
Het aansluiten van een ontluchtingsleiding is
voorgeschreven en voor een onberispelijke wer-
king van de opvoerinstallatie absoluut noodza-
kelijk.
De ontluchtingsleiding moet over het dak worden
gelegd en 60 cm boven het terrein van een gaasje
en een regenkap worden voorzien.
De ontluchtingsleiding moet zelfdragend zijn.
De ontluchtingsleiding moet trillingsvrij worden
aangesloten.
De aansluiting en alle verbindingen moeten abso-
luut dicht zijn.
1
Fig. 5.: Ontluchting aansluiten
Ontluchtingsaansluiting met slangklem
1
(Kamlock-koppeling)
1.
Bevestig de ontluchtingsslang op de slangklem
(Kamlock-koppeling).
2.
Klap de vleugels van de slangklem omhoog en
bevestig de borgpen.
3.
Installeer de ontluchtingsslang naar de stationaire
ontluchtingsleiding.
4.
Bevestig 2 slangklemmen op de ontluchtings-
slang.
Nederlands
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave