•
Vierde regel geeft de optie weer voor het uitvoeren van de apparaattest
(serienummer van het apparaat)
•
Vijfde regel voor het instellen van de taal
•
Zesde regel voor het instellen van het type batterij
•
Zevende regel voor het verlaten van de testmodus en het uitschakelen van het
apparaat. Als er binnen 3 minuten geen test wordt geselecteerd, wordt het
WatchPAT™-apparaat automatisch uitgeschakeld
•
De rechter- en linkerknoppen navigeren tussen de lijnen.
•
Een sterretje geeft de huidige selectie aan. Het wordt aanbevolen dat u de
apparaattest steeds uitvoert als u de WatchPAT™ voorbereidt op een nachtelijk
onderzoek.
2.4.2 Apparaattest
Na afloop van de apparaattest geeft de boodschap TEST GESLAAGD aan dat het apparaat
klaar is voor het nachtonderzoek.
Na afloop van de apparaattest duidt de boodschap TEST MISLUKT op een probleem dat
moet worden opgelost voordat het apparaat wordt vrijgegeven voor een nachtonderzoek..
Controleer de foutmelding en corrigeer het WatchPAT-apparaat overeenkomstig en voer de
test dan opnieuw uit.
Zie de uitgebreide en geïllustreerde richtlijnen voor een gedetailleerde beschrijving
2.4.3 Patiëntentest
Wanneer de patiënt (en eventueel de begeleider) het WatchPAT™-apparaat inschakelt door
de aan-uittoets (ronde middelste knop) ongeveer 2 seconden in te drukken, wordt
automatisch een zelfdiagnosetest uitgevoerd.
Zie de uitgebreide en geïllustreerde richtlijnen voor een gedetailleerde beschrijving
WatchPAT™300-systeem
APPAR. TEST
ID=123456789
SBP=ontbreekt
<-Terug
TEST GESLAA.
17
22:50
1:54
Gebruikshandleiding