Inhoudsopgave
Advertenties
2.2 Interactie van de gebruiker met de toetsen op het WatchPAT™-
apparaat
De WatchPAT™300 heeft de volgende toetsen (zie Figuur 3):
• Centrale aan-/entertoets om de WatchPAT™ in te schakelen
• Horizontale knoppen (links en rechts) die door de operator kunnen
worden gebruikt om de diagnostische modus te openen en door het
diagnosemenu te navigeren. Deze knoppen zijn verborgen voor de
patiënt.
ZEEF
LINKS
Display
Het display wordt gebruikt voor het uitlezen van de status en foutmeldingen. Het
display is verdeeld in drie delen: Titel, Info en Status.
• Titel (eerste regel): Huidige operationele modus en tijd
• Info (2
operationele modus
• Status (laatste regel): Bericht dat de status van het apparaat
aangeeft, afhankelijk van de bedrijfsmodus
Servicepoorten en randapparatuur
Het WatchPAT™-apparaat heeft 4 poorten die worden gebruikt voor
sensoraansluitingen, een batterijcompartiment met een deksel voor het vervangen
WatchPAT™300-systeem
Figuur 3 - De knoppen en het display
o PATIËNT-modus tijdens het opnemen van het
nachtonderzoek
o DIAGNOSTISCHE modus bij het testen van het
apparaat
o PC HOST tijdens het aansluiten op de pc
e
e
-7
regel): Specifieke informatie afhankelijk van de
14
AAN/ENTER
RECHTS
Gebruikshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
