Inhoudsopgave
Advertenties
2
OVERZICHT
Slaapapneusyndroom wordt beschouwd als een groot probleem voor de volksgezondheid.
De prevalentie van het syndroom wordt geschat op 2% tot 5% in de volwassen bevolking.
Obstructieve slaapapneu wordt gekenmerkt door terugkerende volledige of gedeeltelijke
obstructie van de bovenste luchtwegen tijdens de slaap met de aanwezigheid van
ademhalingsinspanning. Centrale slaapapneu wordt gekenmerkt door een gebrek aan
ademhalingsinspanning. Beide aandoeningen leiden vaak tot een korte zuurstofdaling in het
bloed en/of arousal die gepaard gaan met een activering van het orthosympatisch
zenuwstelsel. De diagnose en beoordeling van de slaapapneu-patiënt is meestal gebaseerd
op de apneu/hypopneu-index (AHI - het aantal apneus, en hypopneus per uur slaap) en/of
de Respiratory Disturbance Index (RDI) die AHI plus Respiratory Effort Related Arousals
(RERA) is, samen met de slaaparchitectuur. Veelvoorkomende gevolgen van deze
slaapverstoring zijn slaperigheid overdag, slechte prestaties overdag en een verhoogde kans
op ongelukken. Cardiovasculaire complicaties zoals systemische/pulmonale hypertensie,
ischemische hartziekten en ritmestoornissen zijn het belangrijkste gevolg van slaapapneu in
de volwassen bevolking.
De WP300 wordt om de pols gedragen en maakt gebruik van een op plethysmografie
gebaseerde vinger-probe die het PAT
signaal is een meting van de pulserende volumeveranderingen in de vingertopslagaders die
de relatieve toestand van de arteriële vasomotorische activiteit, en dus indirect het niveau
van de orthosympathische activering, weerspiegelt. De perifere arteriële vasoconstrictie, die
een orthosympatische activering weerspiegelt, wordt in de PAT
verlaging van die amplitude weergegeven.
Dezelfde probe meet RED- en IR-kanalen die gebruikt worden voor het meten van het
SpO2-signaal.
®
De PAT
- en SpO2-signalen worden continu geregistreerd en opgeslagen op een
ingebouwd flashgeheugen, samen met gegevens van een ingebouwde actigraaf
(ingebouwde monitor voor menselijke rust-/activiteitscycli in de WP300). Snurken en
lichaamshoudingsignalen worden gegenereerd door de geïntegreerde SBP/RESBP-sensor
(optioneel). De RESBP-probe (Respiratory Effort Snoring and Body Position) registreert
het bewegingssignaal van de borstkas van de proefpersoon en de snurk- en
lichaamshoudingsignalen die door de SBP-sensor worden opgeslagen.
Na het slaaponderzoek worden de opnamen automatisch gedownload en geanalyseerd in
een offlineprocedure met behulp van de eigen zzzPAT-software.
De zzzPAT-algoritmen gebruiken de WP300-kanalen voor de detectie van
slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen en slaapfases (remslaap, lichte slaap, diepe slaap
en waak). Voor verdere identificatie van centrale apneu wordt het ademhalingskanaal
gebruikt dat door de RESBP-sensor wordt gegenereerd. Dit gebeurt in het zzzPAT-
algoritme en is ter aanvulling op de andere kanalen. De zzzPAT maakt gebruik van
WP300's snurk- en lichaamshoudingskanalen om discrete staten van snurkniveau en
WatchPAT™300-systeem
®
-signaal (Perifere Arteriële Toon) meet. Het PAT
10
®
-signaalamplitude als
Gebruikshandleiding
®
-
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
