WERKING MET STOOKOLIE
Filters
Afb. 46
(
)
Controleer de filtertrommels op de leiding 1) en de verstuiver 2) op
de installatie.
Maak deze, wanneer nodig, schoon of vervang deze.
Zuig met een aparte pomp water en ander afgezet vuil van de bodem
van het reservoir als in de pomp roest of ander vuil aanwezig is.
D2012
Pomp
De toevoerdruk moet conform de Tabel K op pagina 26 zijn.
De onderdruk moet lager zijn dan 0,45 bar.
Er mag geen lawaai zijn.
Haal bij een instabiele druk of een rumoerige pomp de flexibele
leiding los van het lijnfilter en zuig de brandstof aan uit een reservoir
in de buurt van de brander. Op deze manier kunt u bepalen of de
storingen worden veroorzaakt door de aanzuigleiding of de pomp.
Als de aanzuigleiding de storingen veroorzaakt, controleer of het
lijnfilter of de luchtinlaat verstopt is.
Verstuivers
Er wordt aanbevolen de verstuivers jaarlijks te vervangen, tijdens
het periodieke onderhoud.
Reinig de opening van de verstuivers niet.
Flexibele leidingen
Controleer of deze in goede staat verkeren.
Tank
Zuig ongeveer elke 5 jaar met een afzonderlijke pomp het water op
de bodem van de tank uit.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in
ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn,
raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact op
met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voeren.
EN 267
CO
max. theoretisch
2
0 % O
2
15,2
Onderhoud
Teveel aan lucht
Max. vermogen
Min. vermogen
λ ≤ 1,2
λ ≤ 1,3
IJking CO
%
CO
2
mg/kWu
λ = 1,2
λ = 1,3
12,6
11,5
≤ 100
Gaslekken
Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-brander.
Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in
ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn,
raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact op
met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voeren.
EN 676
GAS
CO
2
theoretisch
0 % O
G 20
11,7
Afb. 46
G 25
11,5
G 30
14,0
G 31
13,7
41
NL
WERKING MET GAS
Teveel aan lucht
Max. vermogen
λ ≤ 1,2
max.
Ijking
CO
%
2
2
λ = 1,2
λ = 1,3
9,7
9,0
9,5
8,8
11,6
10,7
11,4
10,5
Min. vermogen
λ ≤ 1,3
CO
mg/kWu
≤ 100
≤ 100
≤ 100
≤ 100
20199652