Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Brander (Gas); Vermogen Bij De Ontsteking; Maximumvermogen - Riello RLS 68/M MX FS1 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Multibrandstofbranders stookolie/gas
Inhoudsopgave

Advertenties

6.10

Afstelling brander (gas)

Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, moeten
de verbrandingsgassen geanalyseerd worden op de uitgang
van de ketel.
Ga in volgende volgorde te werk:
1

Vermogen bij de ontsteking

2

Maximumvermogen

3
Minimaal vermogen
4
Tussenliggende vermogens
5
Luchtdrukschakelaar
6
Maximumgasdrukschakelaar
7
Minimumgasdrukschakelaar
6.10.1 Vermogen bij de ontsteking
Volgens norm EN 676.
Branders met MAX. vermogen tot 120 kW
De
ontsteking
kan
uitgevoerd
werkingsvermogen. Voorbeeld:
max. werkingsvermogen: 120 kW
max. vermogen bij ontsteking:
Branders met MAX. vermogen boven 120 kW
De ontsteking moet uitgevoerd worden op een vermogen dat
lager is dan het max. werkingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kW gaat, is
geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de
ontsteking daarentegen boven 120 kW ligt, dan bepaalt de
norm dat de waarde moet worden berekend in functie van de
veiligheidstijd "ts" van de elektrische controledoos:
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of lager
dan 1/3 van het maximum werkingsvermogen zijn.
Voorbeeld
MAX werkingsvermogen 600 kW.
Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk aan of hoger zijn dan:
300 kW met ts = 2 s.
200 kW met ts = 3 s.
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
koppel de stekker-stopcontact 1)(Afb. 7 op pag. 14) op de
kabel van ionisatiesonde los (de brander slaat aan en
vergrendelt na de veiligheidstijd);
voer 10 ontstekingen met daaropvolgende vergrendelingen
uit;
lees de hoeveelheid verbrand gas af op de meter:
deze hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan het resultaat
van volgende formule zijn:
3
(max. vermogen brander)
Sm
/h
Voorbeeld voor gas G 20 (9,45 kWh/Sm
Max.bedrijfsvermogen 600 kW, wat overeenkomt met 63,5 Sm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling moet het op de meter
afgelezen vermogen gelijk aan of kleiner zijn dan: 63,5 : 360 = 0.176
3
Sm
Afstelling van de lucht
De afstelling van de lucht wordt uitgevoerd door de hoek van de nok
III te wijzigen (Afb. 35 op pag. 31) en met behulp van de
keuzeschakelaar 2)(Afb. 36).
Raadpleeg Afb. 35 voor het afstellen van de nok van de servomotor.
6.10.2 Maximumvermogen
Het maximumvermogen moet gekozen worden binnen het
werkingsveld aangegeven op Afb. 3 op pag. 11.
20199652
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
worden
aan
het
120 kW
360
3
):
In de voorafgaande beschrijving hebben we de brander aangelaten,
functionerend aan het MIN. vermogen.
Druk nu op de knop 2)(Afb. 36 op pag. 32) "toename vermogen" en
blijf deze indrukken tot de servomotor de luchtklep en de
gassmoorklep heeft geopend.
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet op de gasmeter.
Een algemeen idee wordt verkregen op Tab. L op pag. 28, het
volstaat dus om de gasdruk op de U-vormige manometer van Afb. 37
op pag. 33 af te lezen, en de aanwijzingen op te volgen.

Als het gasdebiet moet verkleinen, verlaagt u de gasdruk aan
de uitgang. Als de druk al op het minimum staat, sluit dan het
regelventiel VR een beetje.
Als het gasdebiet moet stijgen, verhoogt u de gasdruk aan de

uitgang van de regelaar.
max.
Afstelling van de lucht
De afstelling van de lucht wordt uitgevoerd door de hoek van de nok
I te wijzigen (Afb. 35 op pag. 31) en met behulp van de
keuzeschakelaar 2)(Afb. 36 op pag. 32).
Raadpleeg Afb. 35 voor het afstellen van de nok van de servomotor.
Legenda (Afb. 38)
1
Servomotor
2
Servomotor 1) - nok 4): vergrendeld
3
Servomotor 1) - nok 4): ontgrendeld
4
Nok met variabel profiel
5
Schroeven voor het regelen van het aanvankelijk profiel
6
Schroeven voor bevestigen van de regeling
3
7
Schroeven voor het regelen van het eindprofiel
/h.
8
Gegradueerde sector gassmoorklep
9
Index van de gegradueerde sector 8
34
NL
D891
Afb. 38

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave