Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling, Ijking En Werking Van De Brander; Aantekeningen Over De Veiligheid Bij De Eerste Inbedrijfstelling; Regeling Servomotor; Regelingen Vóór De Ontsteking (Stookolie) - Riello RLS 68/M MX FS1 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Multibrandstofbranders stookolie/gas
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander

6
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
6.1

Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling

De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel volgens
de uitleg in deze handleiding en conform de van
kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
OPGELET
Controleer of de mechanismen voor regeling,
bediening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET
6.2

Regeling servomotor

De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep, door middel van de
nok met variabel profiel, en de gassmoorklep.
De servomotor draait 130° in 42 s.
Wijzig de in de fabriek afgestelde regeling niet van de 5 nokken
waarmee deze uitgerust is; controleer alleen of ze als volgt zijn:
Nok I
: 130°
Beperkt de rotatie naar het maximum.
Wanneer de brander aan het maximumvermogen
werkt, moet de gassmoorklep helemaal open zijn: 90°.
Nok II:
Beperkt de rotatie naar het minimum.
Als de brander is uitgeschakeld, moeten de luchtklep
en de gassmoorklep gesloten zijn: 0°.
Nok III:
30°(gas)
Regelt de positie van ontsteking en MIN-vermogen.
Nok IV :
30° (olie)
Regelt de positie van ontsteking en vermogen 1e
vlamgang.
Nok V :
90°
Bepaalt
het
stookolieventiel van de 2e vlamgang.
6.3
Regelingen vóór de ontsteking (stookolie)
We raden aan om de brander eerst af te stellen voor
werking met stookolie en vervolgens voor werking
met gas.
OPGELET
Voer de brandstofomschakeling uit als de brander
uitstaat.
Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, is het
raadzaam de verbrandingsgassen aan de uitgang van de ketel te
analyseren. Kijk volgende punten na:
e
e
Verstuivers 1
en 2
vlamgang
Zie de informatie vermeld op pag. 21.
Branderkop
De regeling van de kop, reeds uitgevoerd, behoeft geen wijzigingen
als het debiet van de brander in de 2
wordt.
Pompdruk
12 bar:
is de in de fabriek ingestelde druk en is over het algemeen
voldoende voor de meeste toepassingen.
Het kan nodig zijn om de druk naar:
10 bar:
om het brandstofdebiet te verminderen.
Deze
afstelling
omgevingstemperatuur boven de 0 °C blijft.
moment
van
opening
e
vlamgang niet veranderd
is
alleen
mogelijk
indien
OPGELET
van
het
14 bar:
Om het brandstofdebiet te verhogen of de ontsteking te
verzekeren, zelfs bij temperaturen onder 0°C.
Om de pompdruk in te stellen, gebruikt u schroef 5)(Afb. 21
op pag. 23).
Ventilatorklep 1
Zie "Regeling servomotor" op pag. 31.
de
31
NL
Voor de opening van de brander wordt verwezen
naar de paragraaf "Veiligheidstest - met gesloten
gastoevoer" op pag. 39.
D3923
e
e
en 2
vlamgang
Afb. 35
20199652

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave