Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
6.13
Werkingsvolgorde van de brander (gas)
6.13.1 Start van de brander
•
0s:
Sluiting afstandsbediening TL.
Start van de ventilatormotor.
•
6s:
Start servomotor: draai 130° naar rechts, dus tot het
contact op de nok I (Afb. 35 op pag. 31) ingrijpt.
De luchtklep plaatst zich op het MAX vermogen.
•
48s:
Voorventilatiefase met luchtstroom van MAX-vermogen.
Duur 32 s.
•
80s:
De servomotor draait naar links met de hoek ingesteld op
de nok III (Afb. 35 op pag. 31) voor het MIN vermogen.
•
112s: De luchtklep en de gassmoorklep worden op het MIN
vermogen geplaatst (met nok III)(Afb. 35 op pag. 31) op
30°.
•
113s: De vonk springt over van de ontstekingselektrode.
•
119s: Het veiligheidsventiel VS en het regelventiel VR gaan
open (snelle opening). De vlam ontsteekt met een klein
vermogen, punt A.
Het debiet neemt vervolgens geleidelijk toe, trage
opening van het ventiel VR, tot het MIN. vermogen, punt
B.
•
122s: De vonk wordt gedoofd.
•
135s: Einde van de startcyclus.
6.13.2 Volledig operationeel
Brander zonder RWF-vermogensregelaar
Aan het einde van de startcyclus schakelt de servomotorbesturing
over op de TR-afstandsbediening, die druk of de temperatuur in de
ketel controleert, punt C. (De elektrische apparatuur blijft echter de
aanwezigheid van de vlam en de juiste positie van de
drukschakelaars voor maximale lucht en gas controleren).
•
Als de temperatuur of de druk laag is zodat de TR-
afstandsbediening gesloten is, verhoogt de brander geleidelijk
het vermogen tot de maximumwaarde (deel C-D).
•
Als dan de temperatuur of de druk verhoogt zodat de TR
opengaat, verlaagt de brander geleidelijk het vermogen tot de
minimumwaarde (deel E-F). Enzovoort.
•
De brander valt stil als er om minder warmte gevraagd wordt dan
de brander levert bij MIN vermogen (deel G-H). De
afstandsbediening TL opent, de servomotor keert terug naar de
hoek 0° beperkt door het contact van de nok II Afb. 35 op
pag. 31. De luchtklep sluit volledig, om zoveel mogelijk
thermische dispersie te voorkomen.
Bij elke wijziging van het vermogen wijzigt de servomotor
automatisch het debiet van het gas (gassmoorklep) en het
luchtdebiet (luchtklep ventilator).
20156543
Brander met RWF-vermogensregelaar
Raadpleeg de handleiding van de regelaar.
6.13.3 Geen ontsteking
Als de brander niet ontbrandt vergrendelt deze binnen 3s vanaf de
opening van de gasklep en begint de post-ventilatiefase, die 17s
duurt, 122s seconden na de sluiting van TL.
Uitschakeling van de brander tijdens de werking
Als de vlam tijdens de werking dooft, treedt de vergrendeling van de
brander binnen 1 sec. in werking.
Afb. 43
37
NL
20156544
Afb. 44
20199652
Advertenties
Inhoudsopgave
