03 Bestuurdersmilieu
Vierwielaandrijving–, AWD (All Wheel Drive)*
vierwielaandrijving is altijd
De
ingeschakeld.
Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wie-
len van de auto tegelijk aangedreven.
Het motorkoppel wordt automatisch over de
voor- en achterwielen verdeeld. Een elektro-
03
nisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt
het vermogen over het wielpaar dat op dat
moment de beste grip op het wegdek heeft.
Dit om optimale wegligging te verkrijgen en
wielspin te voorkomen. Bij normaal rijden wor-
den de voorwielen naar verhouding iets ster-
ker aangedreven dan de achterwielen.
De vierwielaandrijving verhoogt de rijveiligheid
tijdens regen- en sneeuwval en bij ijzel.
95