05 Tijdens het rijden
Rijadviezen
Rijden tijdens de winter
Let voor aanvang van de winter in het bijzon-
der op het volgende:
• de koelvloeistof van de motor moet ten
minste 50% glycol bevatten. Bij een derge-
lijke concentratie is de motor beschermd
tot ca. –35 °C. Voor optimale bescherming
tegen vorst is het zaak geen verschillende
soorten glycol met elkaar te mengen.
• Houd de tank altijd goed gevuld om con-
dens in de brandstoftank tegen te gaan.
• De viscositeit van de motorolie is belang-
rijk. Wanneer u oliesoorten met een lagere
viscositeit (dunnere oliën) gebruikt, slaat de
motor bij koud weer gemakkelijker aan en
05
neemt bovendien het brandstofverbruik tij-
dens de koude start af. Zie pagina 227 voor
meer informatie over geschikte oliesoorten.
BELANGRIJK
Gebruik geen olie met een lage viscosi-
teitsaanduiding bij zware rijomstandighe-
den of warm weer.
• Controleer de algehele conditie en de
ladingstoestand van de accu. De accu
wordt zwaarder belast bij koud weer en ook
de accucapaciteit neemt af bij vorst.
• Giet ruitensproeiervloeistof in het sproeier-
vloeistofreservoir om ijsvorming te voorko-
men.
162
Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of
ijs adviseert Volvo u om de auto rondom van
winterbanden te voorzien.
N.B.
In sommige landen is het gebruik van win-
terbanden verplicht. Banden met spikes zijn
niet in alle landen toegestaan.
Nieuwe auto's en gladde wegen
Oefen onder gecontroleerde omstandigheden
om te testen hoe de nieuwe auto bij gladheid
reageert.