01 Veiligheid
Inzittendenbeveiliging
01
verschijnt op het informatiedisplay bij het
gebruik van de veiligheidsgordels en bij het
openen van een van de achterportieren. De
melding wordt na ca. 30 seconden automa-
tisch gewist, maar kan ook handmatig wor-
den bevestigd door op de knop READ te
drukken.
• Waarschuwen dat iemand op de achter-
bank de veiligheidsgordel heeft losgeno-
men. Er wordt gewaarschuwd met een
melding op het informatiedisplay in combi-
natie met een geluidssignaal en een waar-
schuwingslampje. De waarschuwing stopt
wanneer de gordel weer is omgedaan,
maar kan ook handmatig worden bevestigd
door op de knop READ te drukken.
De melding op het informatiedisplay, die aan-
geeft welke gordels er gebruikt worden, is al-
tijd beschikbaar. Druk op de knop READ om
de opgeslagen meldingen te zien.
Bepaalde markten
Er gaat een waarschuwingslampje branden en
er worden geluidssignalen afgegeven wanneer
de bestuurder de gordel niet draagt. Op lage
snelheden klinkt er zes seconden lang een
geluidssignaal.
14
Gordelspanners
Alle veiligheidsgordels zijn uitgerust met gor-
delspanners. Dit is een mechanisme dat bij
een voldoende krachtige aanrijding de veilig-
heidsgordel rond het lichaam spant. De veilig-
heidsgordel kan de passagier daarmee beter
in de stoel gedrukt houden.
Waarschuwingslampje op
instrumentenpaneel
0
1
Het airbagsysteem wordt continu gecontro-
leerd door de regelmodule. Het waarschu-
wingslampje op het instrumentenpaneel gaat
branden, wanneer u het contactslot in stand II
of III zet. Het lampje dooft na ca. 6 seconden,
wanneer de regelmodule heeft vastgesteld dat
het airbagsysteem geen storingen vertoont.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje voor het air-
bagsysteem blijft branden of tijdens het rij-
den korte tijd oplicht, betekent dit dat het
airbagsysteem niet naar behoren werkt.
Het lampje duidt op een storing in de gor-
delspanners, het SIPS-, het SRS- of het IC-
systeem. Neem zo spoedig mogelijk con-
tact op met een erkende Volvo-werkplaats.
o