03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
Beide richtingaanwijzerlampjes knipperen bij
gebruik van de alarmlichten.
Controle- en waarschuwingslampjes
03
Lampje
Betekenis
Lage oliedruk
Parkeerrem aangezet
Airbags (SRS)
Gordelwaarschuwing
Dynamo laadt niet bij
Storing in remsysteem
Waarschuwing
1
Bij bepaalde motortypes is het lampje
voor een lage oliedruk niet in gebruik.
Er verschijnt in plaats daarvan een dis-
playmelding (zie pagina 185 en 186).
Lage oliedruk
Als het lampje tijdens het rijden oplicht, is de
druk van de motorolie te laag. Zet de motor
onmiddellijk af en controleer het motoroliepeil.
62
Vul zo nodig olie bij. Als het lampje oplicht ter-
wijl het oliepeil in orde is, moet u contact
opnemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Parkeerrem aangezet
Het lampje brandt continu, wanneer u de par-
keerrem hebt aangezet. Bij auto's met een
elektrische parkeerrem knippert het lampje tij-
dens het aanzetten en gaat daarna continu
1
branden.
Een knipperend lampje houdt in dat er een
storing is opgetreden. Lees de melding op het
informatiedisplay.
N.B.
Het lampje gaat ook branden als de mecha-
nische parkeerrem slechts een weinig is
aangezet.
Airbags (SRS)
Als het lampje tijdens het rijden oplicht of blijft
branden, is er een storing geregistreerd in
de gordelsluiting of in het SRS-, SIPS- of IC-
systeem. Rijd de auto zo spoedig mogelijk
naar een erkende Volvo-werkplaats om het
systeem te laten controleren.
Gordelwaarschuwing
Het lampje brandt als de bestuurder of de
voorpassagier geen veiligheidsgordel draagt
of als iemand op de achterbank de gordel
heeft losgenomen.
Dynamo laadt niet bij
Het lampje gaat tijdens het rijden branden,
als er sprake is van een storing in het elek-
trisch systeem. Bezoek een erkende Volvo-
werkplaats.
Storing in remsysteem
Als het lampje oplicht, is het remvloeistofpeil
mogelijk te laag. Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand en controleer het peil in het
remvloeistofreservoir (zie pagina 188).
Als de waarschuwingslampjes voor het rem-
systeem en ABS tegelijkertijd branden, kan er
een storing in de remkrachtverdeling zijn
opgetreden.
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
• Rijd verder als beide lampjes uitgaan.
• Als de lampjes echter blijven branden, moet
u het peil in het remvloeistofreservoir con-
troleren (zie pagina 188). Als de lampjes
blijven branden ondanks dat het peil van de
remvloeistof in orde is, moet u de auto
uiterst voorzichtig naar een erkende Volvo-
werkplaats rijden om het remsysteem te
laten controleren.