04 Comfort en rijplezier
Menu- en meldingsfuncties
Middenconsole
Sommige functies regelt u via het menusys-
teem vanaf de middenconsole of via de toet-
senset op het stuurwiel. Welke functies dat
zijn leest u in de verschillende onderdelen.
Het actuele menuniveau staat rechts boven-
aan op het display van de middenconsole.
Bedieningstoetsen op middenconsole
04
1
2
Middenconsole met informatiedisplay en bedie-
ningstoetsen voor meldingsfuncties.
Navigatietoets – menu-opties doorblade-
ren en selecteren
ENTER – menu-opties selecteren
MENU – menusysteem openen
EXIT – stap terugdoen binnen het
menusysteem. Bij lang indrukken verlaat u
het menusysteem.
104
Toetsenset op stuurwiel
1
3
ENTER*
EXIT*
Navigatietoetsen – omhoog/omlaag.
Als de toetsen ENTER en EXIT op het stuur-
3
wiel zitten, hebben de toetsen
met
dezelfde functie als die op de midden-
console.
4
Paden
Via de functietoetsen krijgt u direct toegang
tot bepaalde functies, terwijl andere alleen via
het menusysteem te bereiken zijn.
De paden naar de menufuncties worden als
volgt weergegeven:
Instellingen van de auto
Instellingen
vergrendelen. Er wordt
daarbij verondersteld dat u daarvóór het vol-
gende doet:
1. Druk op MENU .
2. Ga naar
Menu
3. Ga naar
Submenu
U kunt de navigatietoetsen gebruiken in de
plaats van ENTER en EXIT bij het navigeren
2
binnen de menustructuur. De pijl naar rechts
komt in dat geval overeen met ENTER en de
pijl naar links met EXIT .
De menu-opties zijn genummerd zodat u ze
ook rechtstreeks kunt selecteren met de num-
mertoetsen (alleen 1–9).
tot en
en druk op ENTER .
en druk op ENTER .