PRAKTISCHE INFORMATIE
92 -
ACCU
Laden met behulp van een
acculader:
-
maak de accupoolklemmen los,
-
volg de aanwijzingen van de fa-
brikant op de acculader,
-
sluit de accukabels weer aan, te
beginnen met de (-) kabel,
-
controleer of de accupolen en
de klemmen schoon zijn. Indien
ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de
polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
-
sluit eerst de rode kabel aan op
de (+) polen van de beide ac-
cu's,
-
sluit de groene of zwarte kabel op
de (-) pool van de hulpaccu aan,
-
sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel op een zo
ver mogelijk van de accu verwij-
derd massapunt van de te starten
auto aan (bijvoorbeeld de rechter
motorsteun).
Stel de startmotor in werking en start
de motor.
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
Nadat het contact is afgezet,
dient u 2 minuten te wachten
alvorens de accu los te kop-
pelen.
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cukabels los te nemen.
Sluit de ruiten en het dak alvorens de
accu los te koppelen.
Zet, elke keer nadat de accukabels
weer zijn aangesloten, het contact
AAN en wacht 1 minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektroni-
sche systemen geïnitialiseerd kunnen
worden. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk als er zich na deze hande-
ling toch nog problemen voordoen.
ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet en de sleu-
tel in de stand "accessoire" staat,
wordt een aantal elektrische voorzie-
ningen (ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, telefoon, dim-
licht, enz.) na in totaal ongeveer een
half uur automatisch uitgeschakeld,
om te voorkomen dat de accu ontla-
den raakt.
Op dat moment geeft een melding op
het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld.
De
functies
worden
automatisch
weer ingeschakeld als de motor ge-
start wordt.
Om de functies direct weer te kun-
nen gebruiken, moet de motor wor-
den gestart en moet deze gedurende
enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor
heeft gedraaid. Deze tijd zal echter
altijd tussen de 5 en 30 minuten be-
dragen.
Als de accu ontladen is, kan
de motor niet gestart wor-
den.