VOORSTOELEN
1. Hoogteverstelling hoofdsteun
Schuif de hoofdsteun naar wens ho-
ger of lager.
De stand van de hoofdsteun is
juist als de bovenzijde van de
hoofdsteun zich ter hoogte van de
bovenzijde van het hoofd bevindt.
Zet, om de hoofdsteun te verwijde-
ren, deze in de hoogste stand, druk
de pallen in en trek de hoofdsteun
gelijktijdig omhoog.
Steek om de hoofdsteun terug te zet-
ten de pennen in de openingen van
de rugleuning tot de hoofdsteun op
zijn plaats blijft.
Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd; de
hoofdsteunen
moeten
geplaatst en correct zijn af-
gesteld.
2. Armsteunen
Deze zijn neerklapbaar.
3. Rugleuningverstelling
A. Draai aan de knop.
B. Trek aan de hendel
(uitvoering
schuifdeur).
4. Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel in
de gewenste stand.
5. Opberglade (uitvoering met
airbag passagier)
U heeft de beschikking over een op-
zijn
berglade onder de passagiersstoel.
Til de lade iets op en trek hem naar
voren om hem te openen.
Plaats geen zware voorwer-
pen in de opbergladen.
6. Schakelaar stoelverwarming
Druk de schakelaar in. De tempera-
tuur wordt automatisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verwarming weer uit te schake-
len.
met
één
Opmerking: De geselecteerde stand
van de stoelverwarming blijft, nadat
het contact is afgezet, nog twee mi-
nuten in het geheugen.
Trek de handgreep omhoog om de
rugleuning naar voren te klappen en
schuif de stoel vooruit.
Als de stoel wordt teruggeduwd,
komt deze automatisch weer in de
oorspronkelijke stand terug (bestuur-
derszijde).
Zorg ervoor dat het terug-
keren in de oorspronkelijke
stand niet wordt verhinderd;
deze stand is noodzakelijk
om de stoel te vergrendelen
in de lengterichting.
STOELEN -
7. Toegang tot de
zitplaatsen achter
(uitvoering met één
schuifdeur)
33