SCHAKELAARS OP
STUURKOLOM
VERLICHTING
Verlichting vóór en achter (ring A)
Lichten uit
Parkeerlichten
Dimlicht / Grootlicht
Auto's met
mistachterlicht
(ring B)
Draai de ring 1 stand naar voren.
Auto's met
mistlampen vóór
en mistachterlicht
(ring B)
Mistlampen vóór (ring 1 stand naar
voren ).
Mistlampen vóór en mistachterlicht
(ring 2 standen naar voren ).
Uitschakelen: draai de ring naar ach-
teren.
IN EEN OOGOPSLAG -
RUITENWISSERS
Vóór
2
Hoge snelheid (zware neerslag).
1
Normale snelheid (normale neer-
slag).
I
Intervalstand.
0
Uit.
Eén keer wissen.
Ruitensproeier: Trek de hendel naar
u toe.
Achter
Uit
Interval
54
7
Ruitensproeier
55