Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ongelijke Meshoogten Corrigeren - Toro Groundsmaster 4000-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4000-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Controleer de snijranden van alle messen. Als de
snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, moeten
ze worden geslepen. Gebruik een vijl om de bovenkant
van het mes te slijpen en de oorspronkelijke snijhoek te
behouden om te zorgen dat het mes scherp blijft
(Fig. 91). Het mes zal in balans blijven als dezelfde
hoeveelheid metaal aan beide snijranden wordt
weggehaald.
Gevaar
Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan
tussen de wiek en het platte deel van het mes
(Fig. 90-C). Uiteindelijk kan dan een stuk van het
mes afbreken en van onder de maaikast worden
weggeslingerd waardoor de bestuurder of een
omstander ernstig letsel kan oplopen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Probeer nooit een krom mes te richten of een
gebroken of gescheurd mes te lassen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
UITSLUITEND ONDER
DEZE HOEK SLIJPEN
AANZICHT VAN HET UITEINDE
Figuur 91
Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op een
slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen, monteert u
het mes met de anti-scalpeercup en de mesbout; zie
Maaimes(sen) verwijderen en monteren, blz. 57.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
Indien de messen op een maaidek niet op gelijke hoogte
zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn
in het gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door
de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle
messen op hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van ongeveer een meter lang en
zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2. Zet de maaihoogte in de hoogste stand; zie De
maaihoogte afstellen, blz. 21.
3. Laat het maaidek neer op een vlak oppervlak. Verwijder
de afdekkappen die boven op het maaidek zitten.
4. Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie is
vastgezet, om de riemspanning te verminderen.
5. Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand van de grond tot de voorste rand
van het mes. Noteer deze afstand. Draai vervolgens
hetzelfde mes zodat het andere uiteinde voor komt en
meet opnieuw. Het verschil tussen de afstanden mag
niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer dan
3 mm bedraagt, is het mes krom en moet het worden
vervangen. U moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met het
middelste mes. Het middelste mes mag niet meer dan
10 mm lager zijn dan de buitenste messen. Indien het
middelste mes meer dan 10 mm lager is dan de
buitenste messen, ga dan verder met stap 7 en plaats
opvulstukken tussen het ashuis en de onderkant van het
maaidek.
7. Verwijder de tapbouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het mes
hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk,
Onderdeelnr. 3256-24, tussen het ashuis en de
onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga verder
en controleer de uitlijning van de messen en plaats
opvulstukken totdat de randen van de messen binnen de
gewenste afstand blijven.
Belangrijk
Gebruik niet meer dan drie opvulstukken
voor één gat. Gebruik minder opvulstukken in naastgelegen
gaten indien er meer dan één opvulstuk voor één gat is
gebruikt.
8. Stel de spanpoelie af en monteer de drijfriemkappen.
58

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30410

Inhoudsopgave