De spanning van de drijfriemen
van het maaidek afstellen
De conditie en de spanning van de drijfriemen van het
maaidek moeten na de eerste 8 bedrijfsuren worden
gecontroleerd en vervolgens om de 50 bedrijfsuren.
De riemspanning is correct als een kracht van 200 N op een
gebruikte riem (400 N op een nieuwe riem) wordt
uitgeoefend op de spanpoelie (Fig. 82) wanneer deze in de
riem wordt geschoven.
Figuur 82
1. Spanpoelies
Schuinstand van het maaidek
afstellen
Schuinstand van het maaidek meten
De schuinstand van het maaidek is het verschil in de
maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de
achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand
van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het
mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte.
1
3. Draai een mes zodat dit recht naar voren wijst.
4. Meet met een korte liniaal de afstand van de grond tot
de voorste rand van het mes. Draai de rand van het mes
achterwaarts en meet de afstand van de grond tot de
rand van het mes.
5. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan de
achterkant om de schuinstand te berekenen.
Frontmaaidek afstellen
1. Draai de contramoeren op de bovenkant of de onderkant
van de veerstrop van de maaihoogteketting los
(Fig. 83).
2. Stel de andere moeren af om de achterkant van het
maaidek hoger of lager te zetten en een correcte
schuinstand te verkrijgen.
3. Draai de contramoeren vast.
2
Figuur 83
1. Maaihoogteketting
54
1
2. Veerstrop