Ski's afstellen
De ski's moeten worden gemonteerd in de laagste stand als
de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer
dan 64 mm, en in de hoogste stand als de machine wordt
gebruikt bij een maaihoogte van minder dan 64 mm.
Om de ski's af te stellen, moet u de flensbout en de moeren
verwijderen. Vervolgens zet u de ski's in de gewenste
positie en monteert u de bevestigingen weer (Fig. 20).
Figuur 20
1. Ski
Rollen van maaidek afstellen
De rollen van het maaidek moeten worden gemonteerd in
de laagste stand als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste stand
als de machine wordt gebruikt bij een maaihoogte van
minder dan 64 mm.
1. Verwijder de tapbout en de moer waarmee het maatwiel
is bevestigd aan de beugels van het maaidek (Fig. 21).
1
Figuur 21
1. Maatwiel
2. Houd de roller en het afstandsstuk recht voor de
bovenste openingen in de beugels en zet deze vast met
de tapbout en de moer.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities en de
instellingen van het tegengewicht van de tractie-eenheid,
verdient het aanbeveling een deel van gazon te maaien en
het uiterlijk ervan controleren voordat u het gazon echt gaat
maaien.
1. Stel elk maaidek in op de gewenste maaihoogte; zie De
maaihoogte instellen, blz. 21.
2. Controleer of de voor- en achterbanden een spanning
van 172–207 kPa (25–30 psi) hebben. Indien nodig
moet u ze oppompen totdat de bandenspanning correct
is.
3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een
spanning van 345 kPa (50 psi) hebben. Indien nodig
1
moet u ze oppompen totdat de bandenspanning correct
is.
4. Controleer de druk van de lading en het tegengewicht.
Hierbij moet u de motor hoog stationair laten lopen en de
testpoorten gebruiken, zoals wordt uiteengezet in het
hoofdstuk Testpoorten van het hydraulische systeem,
blz. 45. Zorg ervoor dat de instelling van het
tegengewicht 1517 kPa (220 psi) hoger is dan de
afgelezen laaddruk.
5. Controleer op kromme messen; zie Controle op
kromme messen, blz. 56.
6. Maai het gras in een testgebied om te controleren of alle
maaidekken op dezelfde hoogte maaien.
7. Als de maaidekken nog moeten worden afgesteld, zoek
dan een vlak oppervlak met een rechte rand van
minstens 2 meter.
8. Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u de
machine in de hoogste maaistand zetten; zie De
maaihoogte instellen.
9. Laat de maaidekken neer op het vlakke oppervlak.
Verwijder de kappen van de bovenkant van de
maaidekken.
10. Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie is
vastgezet, om de riemspanning op elk maaidek te
verminderen.
24