Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tips Voor Bediening En Gebruik - Toro Groundsmaster 4000-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4000-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Waarschuwing
Dit product is ontworpen om objecten in de grond
te drijven waar zij snel energie verliezen in met
gras begroeid terrein. Onvoorzichtig gebruik in
combinatie met de hoek van het terrein,
afkaatsingen en verkeerde geplaatste
veiligheidsschermen kunnen leiden tot letsel als
gevolg van uitgeworpen voorwerpen.
• Als er een persoon of dier in of in de buurt van
het maaigebied verschijnt, moet u stoppen met
maaien.
• Ga pas verder met maaien als er niets of
niemand meer in het maaigebied is.
Voordat u de motor afzet, moet u alle bedieningsorganen
uitschakelen en de gashendel op Langzaam zetten. Als u de
gashendel op Langzaam zet, vermindert u een hoog
motortoerental, het lawaai en de trillingen. Draai het
contactsleuteltje op Uit om de motor af te zetten.
Voordat u de machine transporteert, moet u de maaidekken
opheffen en de transportvergrendelingen vastzetten (Fig. 30).
1
Figuur 30
1. Transportvergrendelingen (zijmaaidekken)

Tips voor bediening en gebruik

Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden waardoor
het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de
middag om te voorkomen dat het directe zonlicht het
gevoelige, pas gemaaide gras schaadt.
Kies de juiste maaihoogte-instelling in
overeenstemming met de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan 1/3
van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras moet u
wellicht de maaihoogte-instelling een stap omhoog zetten.
Maai met correcte tussenpozen
In de meeste normale condities moet u ongeveer om de 4 à
5 dagen uw gazon maaien. Houd er echter rekening mee dat
gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde
maaihoogte aan te houden, iets wat wij sterk aanbevelen,
moet u daarom in het vroege voorjaar vaker maaien en als
het gras midden in de zomer minder snel groeit, moet u
slechts om de 8–10 dagen maaien. Als u gedurende een
langere periode niet kunt maaien door de weersomstandig-
heden of om andere redenen, moet u de eerstvolgende keer
niet te kort maaien; vervolgens 2 à 3 dagen later met een
lagere maaihoogte-instelling maaien.
Maai altijd met scherpe messen.
Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of
scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras
inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de
punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder
voor ziekten wordt.
Transport
Gebruik de transportgrendels als u de machine over een
lange afstand of oneffen terrein vervoert of als u een
aanhanger gebruikt.
Na het maaien
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de onderkant
van de maaikast na iedere maaibeurt worden gereinigd. Als
zich grasresten kunnen ophopen op de maaikast, zullen de
maairesultaten verslechteren.
Schuinstand van het maaidek
TORO adviseert een schuinstand van 6 mm. Als de
schuinstand meer dan 6 mm is, zal dit leiden tot minder
benodigd vermogen, grover maaisel en een slechtere
maaikwaliteit. Als de schuinstand minder dan 6 mm is, zal
dit leiden tot meer benodigd vermogen, fijner maaisel en
een betere maaikwaliteit.
32

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30410

Inhoudsopgave