Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rug- En Zithoeken; Lichaamsband - Invacare Rea Dahlia 30 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Rea Dahlia 30:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. De bevestigingspunten aan de rolstoel waar de
kabelbinders van het vastzetsysteem moeten worden
aangebracht, worden aangegeven met dit symbool.
Er bestaan geen testmethoden voor voertuigen
waarin de rolstoel niet kan worden vastgezet. Als
er reeds zones voor rolstoelen zijn gemarkeerd
in het voertuig, wordt aangeraden deze te
gebruiken en, indien beschikbaar, de richtlijnen
voor het plaatsen van de rolstoel te gebruiken.

7.2.1 Rug- en zithoeken

Bij vervoer van een rolstoel met gebruiker in
een voertuig, zijn de aanbevolen hoeken voor de
rugleuning en zitting als volgt:
Dahlia Standard: 4° – 7° voor de rugleuning en
4° voor de zitting.
Dahlia 45 met wielen van 16": 12° voor de
rugleuning en 10° voor de zitting.

7.2.2 Lichaamsband

1576732-H
1. Bij gebruik als stoel tijdens vervoer in een voertuig moet
de rolstoel zijn uitgerust met een lichaamsband.
De oorspronkelijke lichaamsband van Invacare
moet worden gebruikt als aanvulling op de
veiligheidsgordel in het voertuig!
2. De veiligheidsgordel van het voertuig hoort zo stevig
als mogelijk om het lichaam te zitten, zonder dat
dit ongemak veroorzaakt. De bovenkant van deze
veiligheidsgordel hoort om de schouders te passen (zie
afbeelding). De gordel mag niet gedraaid zijn.
De gordel mag niet gedraaid zijn.
A
3. Het bekkengedeelte van de 3-punts veiligheidsgordel
moet laag over het bekken worden bevestigd, zodat de
hoek van de lichaamsband binnen het gewenste gebied
A blijft.
De hoek van de lichaamsband mag nooit meer
zijn dan 75°.
Onjuist aangebrachte veiligheidsgordel
Transport
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rea dahlia 45

Inhoudsopgave