Rea® Dahlia® 30 / 45
1. Kantel de stoel.
•
Zo kan de gebruiker naar achteren glijden en een
neutrale bekkenstand ondersteunen A.
2. De rugleuning achterover laten hellen
•
Het gewicht wordt nu naar achteren verschoven
voor een goede houding, aangezien het achterwerk
helemaal naar achteren is geschoven B.
3. Verstel de hoek van de beensteunen.
LET OP!
Ongemak voor de gebruiker
Het bekken is gespannen en de gebruiker kan
in de stoel naar beneden glijden.
– Zorg dat de achterkant van de bovenbenen
(hamstrings) zich in een ontspannen en
neutrale stand bevinden wanneer u de
hoek van de beensteunen verstelt.
Omhoog komen vanuit een gekantelde/hellende stand
Stap 1
Stap 3
1. Klap de beensteunen in.
2. Zet de rugleuning uit de achteroverhellende stand
rechtop.
•
Als u de rugleuning omhoog brengt voordat u deze
kantelt, behoudt u een neutrale stand van het
bekken A.
3. Zet de stoel vanuit de gekantelde stand rechtop.
6.6 Remmen
6.6.1 De gebruikersrem bedienen
36
A
Stap 2
Neutrale positie
A
Controleer eerst of de banden de juiste
bandenspanning hebben (deze staat op de zijkant
van elke band).
De gebruikersrem is bedoeld om de stilstaande stoel
op zijn plaats te houden en niet om af te remmen
als de stoel beweegt.
1. Activeer de rem door de hendel A naar achteren, dus
naar u toe te trekken.
2. Ontgrendel de rem door de hendel A naar voren te
duwen.
LET OP!
Knellingsgevaar vingers
– Pas op dat uw vingers niet knel raken tussen de
remstaaf en het achterwiel.
6.6.2 De eenzijdige rem gebruiken
De rolstoel kan worden voorzien van een eenzijdige
rem in plaats van de standaardgebruikersrem. De
eenzijdige rem wordt op dezelfde wijze bediend als de
standaardgebruikersrem. Het verschil is dat met de
remhendel beide wielen tegelijkertijd worden geremd.
De eenzijdige rem kan zowel aan de linker- als aan de
rechterzijde van de rolstoel worden gemonteerd.
6.6.3 De begeleidersrem bedienen
WAARSCHUWING!
Risico op verminderd remeffect
– Het remeffect neemt af als de rem onjuist
wordt ingesteld of gebruikt.
1. Remmen tijdens rijden: knijp beide remhendels naar
boven en de rem treedt in werking.
2. De remmen vergrendelen: knijp in de hendel en beweeg
de remvergrendeling A naar boven.
3. Laat de hendel los.
4. De remmen ontgrendelen: knijp in de hendel en de
remvergrendeling wordt automatisch opgeheven.
Neem bij een slechte werking van de remmen contact
op met een bevoegde vertegenwoordiger, dat wil
zeggen uw dealer of zorgverlener.
A
1576732-H