1. MIN
2. MAX
3. Hoofdcilinderreservoirs
Controleer het vloeistofpeil in de
reservoirs terwijl het voertuig op
een vlak oppervlak staat. Het rem-
vloeistofpeil moet tussen MIN. en
MAX. liggen.
OPMERKING: Een laag peil kan
wijzen op lekkage of versleten
remblokken.
Remvloeistof toevoegen
Reinig de vuldop voordat u deze
verwijdert.
Vul zoveel vloeistof bij als nodig.
Nooit te veel bijvullen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de
ring van de vuldop naar binnen is
geduwd voor u de dop van op het
remvloeistofreservoir sluit.
Aanbevolen remvloeistof
Gebruik altijd remvloeistof die vol-
doet aan de specificatie DOT 4.
WAARSCHUWING
Om ernstige schade aan het
remsysteem
mag u geen andere vloeistoffen
dan de aanbevolen middelen
gebruiken en nooit verschillen-
de vloeistoffen mengen bij het
bijvullen.
te
voorkomen,
ONDERHOUDSPROCEDURES
Inspectie rem
WAARSCHUWING
Laat het verversen van de rem-
vloeistof en alle onderhoud en
reparaties aan het remsysteem
uitvoeren door een erkendeCan-
Am dealer.
Controleer de volgende onderdelen
tussen bezoeken aan uw erkende
Can-Am-dealer door:
-
Remvloeistofpeil
-
Vloeistoflekkage van het remsys-
teem
-
Slijtage remblok
-
Reinheid van de remmen.
Veiligheidsgordels
Schoonmaken van
veiligheidsgordels
Gebruik milde zeep en water om
vuil en andere resten van de veilig-
heidsgordels te verwijderen. Ge-
bruik geen bleekmiddel, verf of
reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING
Gebruik geen hoge druk om de
veiligheidsgordels te reinigen.
Indien u een hoge druk spuit
gebruikt kan dit de componen-
ten beschadigen.
Kooi
Kooibevestigingen
Draai de kooibevestigingen vast
volgens de specificaties.
147