ONDERHOUDSPROCEDURES
Radiator
Inspectie en reiniging van de
radiator
Om toegang te krijgen tot de radia-
tor, verwijdert u de onderhoudsdek-
sel.
LET OP Wacht tot de radiator
is afgekoeld voordat u doorgaat.
VOORPANEELKAP
OPMERKING
onderste roosters te verwijderen
Inspecteer de radiator en slangen
op lekkage of andere schade.
Inspecteer de radiatorvinnen. Ze
moeten schoon zijn, vrij van mod-
der, vuil, bladeren en andere veront-
reinigingen die de koelprestatie van
de radiator in het gedrang kunnen
brengen.
Spuit de radiatorvinnen schoon met
een tuinslang, indien mogelijk.
LET OP Maak de radiator
nooit schoon met uw handen
terwijl hij nog heet is. Laat de te
reinigen radiator eerst afkoelen.
OPMERKING
Let op dat u de ra-
diatorvinnen niet beschadigt bij
de reiniging. Gebruik geen werk-
tuigen/voorwerpen die de vinnen
kunnen beschadigen. Spuit ze
enkel schoon onder lage druk.
Gebruik nooit een HOGEDRUK-
REINIGER.
126
Probeer niet de
Installeer opnieuw het rooster van
het voorpaneel en de radiator.
Motorkoelvloeistof
Controle motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is.
1.
Plaats het voertuig op een
vlakke ondergrond.
2.
Verwijder het onderhoudsdek-
sel door de achterkant te ont-
grendelen en op te tillen.
HET ONDERHOUDSDEKSEL OPTILLEN
1. Onderhoudsdeksel
3.
Verwijder de drukdop.
WAARSCHUWING
Verwijder de drukdop niet ter-
wijl de motor warm is, om
brandwonden te voorkomen.