Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aandrijvingsinstellingen - Raymarine p70 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor p70:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aandrijvingsinstellingen

De aandrijvingsinstellingen zijn afhankelijk van het aangesloten stuurautomaatsysteem.
U kunt het menu Aandrijvingsinstellingen openen vanuit:Menu > Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
Aandrijvingsinstellingen.
Opmerking: Niet alle opties zijn beschikbaar wanneer de Kalibratievergrendeling is Ingeschakeld.
Nummer
Omschrijving
*Roerversterking
Roerversterking is de mate waarin de stuurautomaat roer toepast
om koersfouten te corrigeren.
Een hogere instelling resulteert in het toepassen van meer roer.
De instelling van de roerversterking wordt automatisch ingesteld
tijdens het AutoLearn-proces.
*Tegenroer
Tegenroer is de hoeveelheid roer die de stuurautomaat toepast
om te voorkomen dat het schip uit koers raakt (door gieren).
Een hogere instelling voor tegenroer resulteert in het toepassen
van meer roer.
Roerdemping
Op stuurautomaatsystemen met een roerstandterugmelder
kunt u de roerdemping instellen om te voorkomen dat de
stuurautomaat gaat slingeren.
Het verhogen van de roerdempingswaarde vermindert het
slingeren. Bij het aanpassen van de waarde dient u de instelling
steeds met één niveau te verhogen, totdat de stuurautomaat
stopt met slingeren. Gebruik altijd de laagst acceptabele waarde.
Roerdemping
Roerlimiet
Wanneer er een roerstandterugmelder is geïnstalleerd, wordt
dit venster gebruikt om de limieten van de roerbediening in te
stellen binnen de mechanische eindaanslagen en daardoor te
voorkomen dat het stuursysteem onnodig wordt belast. Dit moet
worden ingesteld tijdens de inbedrijfstelling van het systeem.
De limiet moet ongeveer 5 graden lager worden ingesteld dan
de maximale roerhoek.
Opmerking: Wanneer er geen roerstandterugmelder is
geïnstalleerd MOET u maatregelen nemen om te voorkomen
dat het stuurmechanisme de eindaanslagen raakt.
Roercorrectie
Hiermee wordt de correctie vanaf midscheeps gespecificeerd
(nul-afstelling).
Omkeren
Hiermee wordt de fase van de weergave van de
roerstandterugmelder
roerstandterugmelder omgekeerd.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer er
een roerstandterugmelder is geïnstalleerd.
Opmerking: Deze optie is niet beschikbaar op
SeaTalk-systemen, daarvoor dient u de RODE en GROENE
kabels op de roerstandterugmelder-aansluiting naar de
koerscomputer om te draaien.
*AutoTrim
De AutoTrim-instelling bepaalt de snelheid waarmee de
stuurautomaat 'roerdruk' toepast om wijzigingen in de
trim te corrigeren die zijn veroorzaakt door veranderingen
in de windbelasting op de zeilen of de dekopbouw. De
standaardwaarde voor AutoTrim wordt ingesteld tijdens het
AutoLearn-proces.
Als u de instelling moet veranderen verhoogt u de AutoTrim met
één niveau tegelijk en gebruikt u de laagst acceptabele waarde:
• Als het stuurtautomaatsysteem een onstabiele koers aanhoudt
of overstuurt met een verandering in de slagzijhoek moet u
het AutoTrim-niveau verlagen.
• Als de stuurautomaat traag reageert op een koersverandering
als gevolg van een verandering in de slagzijhoek, dent u het
AutoTrim-niveau te verhogen.
• Als het AutoTrim-niveau te hoog is, is het schip minder stabiel
en slingert het rond de gewenste koers.
Opties instellingenmenu
Opties
• 1 — 9
• 1 — 9 Niet instellen op 0.
• 1 — 9
• 2 (standardwaarde)
• 10º — 40º
• 30º (standardwaarde)
• -9° tot 9°
• Bakboord
• Stuurboord
Instelling
• Uit
• Aan
Aanpassing
• 1 — 4 1 = langzaamst, 4 = snelst
• 1 (standardwaarde)
77

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

P70r

Inhoudsopgave