Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbeeld 1
1
Voorbeeld 1 laat de koerscorrectie zien in de vorm van het
wegdraaien van het feitelijke waypoint om terug te keren op de
track.
Artikel
1.
2.
3.
Opmerking: Het alarm van de Cross Track Error blijft
zichtbaar op het display en het geluid blijft hoorbaar, totdat het
is teruggebracht tot minder dan 0,3 Nm.
Let op: Correctie Cross Track Error
Bij terugkeer naar de TRACK-modus corrigeert de
stuurautomaat de XTE om op het gedefinieerde
traject van de track te blijven. De richting van
de draaiing hoeft niet samen te vallen met de
koers naar het waypoint en kan afwijken van de
te verwachten draaiing.
Route voltooien
De stuurautomaat toont de waarschuwing Route voltooid
wanneer u het laatste waypoint op een route hebt bereikt.
Opmerking: Het alarm voor 'Route voltooid' wordt alleen
gegeven in combinatie met een multifunctioneel display.
Track-modus verlaten
Om de Track-modus te verlaten:
1. Druk op AUTO om terug te keren naar de Auto-modus
(besturing stuurautomaat), of
2. Druk op STAND-BY om terug te keren naar Stand-by
(handmatige besturing).
58
2
3
D12113-1
Omschrijving
Cross Track Error
Bestemmingswaypoint
Tracklijn
9.6 Windvaan-modus (alleen zeilboten)
Wanneer de stuurautomaat in Windvaan-modus is gebruikt het
de windhoek als primaire koersreferentie. Bij veranderingen in
de ware of schijnbare windhoek past het de vastgezette koers
aan om de oorspronkelijke windhoek aan te houden.
1
4
Nummer
Omschrijving
1
Windrichting
2
Windverandering
3
Nieuwe windrichting
4
Relatieve windhoek
5
Het schip draait om dezelfde relatieve
windhoek aan te houden
U kunt de Windvaan-modus alleen selecteren als de
stuurautomaat geschikte windrichtingsgegevens ontvangt van
SeaTalk, SeaTalk
ng
, of NMEA 2000.
Stuurautomaten kunnen een koers aanhouden die relatief
is ten opzichte van een schijnbare of ware windhoek in
Windvaan-modus. De standaard instelling is Schijnbare wind.
Wanneer nodig kunt u dit veranderen in Werkelijke wind in het
menu Zeilbootinstellingen:Menu > Instellingen > Kalibratie
stuurautomaat > Zeilbootinstellingen > Windtype.
De Windvaan-modus gebruiken
U kunt de Windvaan-modus starten vanuit de STAND-BY- of
de AUTO-modus:
1. Stabiliseer het schip in de gewenste windhoek.
2. Selecteer de Windvaan-modus:
i. De Windvaan-modus kan worden gestart door op tegelijk
op de knoppen AUTO en STAND-BY te drukken, of
ii. de Windvaan-modus te selecteren vanuit het
Modus-menu: Menu > Modus > Windvaan.
Hiermee wordt de Windvaan-modus vastgezet en de huidige
windhoek vastgezet. Het display laat de vastgezette koers
(bijv. 128°) en de windhoek (bijv. WIND 145B geeft een
windhoek van 145° naar bakboord aan).
3. De SmartPilot past dan de koers van het schip aan om de
vastgezette windhoek aan te houden.
De vastgezette windhoek aanpassen
1. U kunt de vastgezette windhoek aanpassen met behulp van
de knoppen -1, +1, -10 en +10 of de DRAAIKNOP om de
koers te wijzigen. Om bijvoorbeeld 10° van de koers af te
varen wanneer de boot op stuurboordkoers is:
i. druk op -10 om 10° naar bakboord te draaien –
de vastgezette windhoek en de vastgezette koers
veranderen beiden met 10°.
ii. de stuurautomaat past de vastgezette koers zo nodig aan
om de nieuwe windhoek aan te houden.
2
3
5
D12116-2
p70 / p70R
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
