Opmerking: Omdat de draaiing van het schip van invloed
is op de verhouding tussen de ware en de schijnbare
windhoek, mag u deze methode alleen gebruiken om kleine
aanpassingen in de windhoek door te voeren. Voor grote
aanpassingen keert u terug naar de STAND-BY-modus,
stuurt u naar de nieuwe koers en selecteert u opnieuw de
Windvaan-modus. Raadpleeg de installatie-instructies van
de p70-stuurautomaat-bedienunit voor de procedure voor
het veranderen van de windreferentie tussen de ware en de
schijnbare waarde.
De Windvaan-modus verlaten
Om de Windvaan-modus te verlaten:
1. Druk op AUTO om terug te keren naar de Auto-modus
(besturing stuurautomaat), of
2. Druk op STAND-BY om terug te keren naar Stand-by
(handmatige besturing).
Windtrim
In de Windvaan-modus gebruikt de SmartPilot WindTrim om de
effecten van turbulentie en kortdurende variaties in de wind te
elimineren. Dit zorgt voor soepele en nauwkeurige prestaties
met minimaal energieverbruik. U kunt de het windresponsniveau
(WindTrim) aanpassen in het Zeilbootinstellingen- menu:
Hoofdmenu > Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
Zeilbootinstellingen om te bepalen hoe snel de SmartPilot
reageert op veranderingen in de windrichting. Hogere
instellingen voor de windtrim resulteren in een stuurautomaat die
gevoeliger reageert op windveranderingen.
Waarschuwing windverandering
Als de stuurautomaat een windverandering detecteert van meer
dan 15°, dan laat het het windveranderingalarmsignaal horen en
toont het het bericht WINDVERANDERING.
Reageren op een windveranderingswaarschuwing
1. Om de waarschuwing te annuleren en de bestaande
windhoek en koers aan te houden drukt u op Annuleren.
2. Als alternatief kunt u de waarschuwing annuleren en
terugkeren naar de voorgaande koers:
i. pas de vastgezette windhoek aan met behulp van de
knoppen -1, +1, -10 en +10 of de Draaiknop.
ii. druk op Stand-by om terug te keren naar handmatig
sturen, stuur in de richting van de gewenste koers
en druk op Annuleren om terug te keren naar de
Windvaan-modus met de nieuwe windhoek.
AutoTack gebruiken in Windvaan-modus
De stuurautomaat heeft een ingebouwde automatische
kruiskoersfunctie (AutoTack) die uw schip "relatief" ten opzichte
van uw huidige windhoek draait en het stuurt uw schip naar de
tegenovergelegen relatieve windhoek.
1
Nummer
Omschrijving
1
Startpositie
2
Kruiskoers
3
Windrichting
4
Uiteindelijke positie
Stuurautomaatmodi
2
4
D12117-2
AutoTack is altijd afhankelijk van de windhoek en kan niet
worden aangepast.
Doe het volgende in de Windvaan-modus:
1. Bij gebruik van een p70:
i. Druk tegelijkertijd op de +1- en +10-knoppen om naar
bakboord overstag te gaan.
ii. Druk tegelijkertijd op de -1- en -10-knoppen om naar
stuurboord overstag te gaan.
2. Bij gebruik van een p70R of een p70:
i. Selecteer Kruiskoers bakboord vanuit het hoofdmenu
om naar bakboord overstag te gaan.
ii. Selecteer Kruiskoers stuurboord vanuit het hoofdmenu
om naar stuurboord overstag te gaan.
3.
Wanneer u AutoTack gebruikt in Windvaan-modus stuurt het
schip aan de hand van de AutoTack-hoek. De stuurautomaat
trimt de koers dan om de vastgezette windhoek van de
voorgaande kruiskoers te reflecteren.
Gebruikstips voor de Windvaan-modus
• Trim uw zeilen altijd zorgvuldig om de hoeveelheid roerdruk
te minimaliseren.
• Reef het hoofdzeil en het grootzeil liever te vroeg dan te laat.
• In de Windvaan-modus reageert de SmartPilot op langdurige
veranderingen van de wind, maar corrigeert niet voor
kortdurende veranderingen zoals rukwinden.
• In veranderlijke weersomstandigheden met rukwinden langs
de kust, kunt u het beste enkele graden verder voor de wind
varen zodat veranderingen in de windrichting geen problemen
veroorzaken.
• Vermijd het gebruik van AutoTack in situaties waarbij de wind
plotseling van richting kan veranderen.
Let op: Tijd toestaan
Tijd toestaan voor koerswijzigingen
Let op: Grote koersveranderingen
Bij het uitvoeren van grote koersveranderingen,
kan de trim van de boot aanzienlijk veranderen. Als
gevolg daarvan kan het enige tijd duren voordat de
SmartPilot zich nauwkeurig heeft ingesteld op de
nieuwe koers.
Ongewenst gijpen
De gijponderdrukkingsfunctie voorkomt dat het schip van de
wind wegdraait wanneer u de koers met AutoTack per ongeluk
in de verkeerde richting stuurt.
Opmerking: De gijponderdrukkingsfunctie werkt alleen
wanneer de stuurautomaat de juiste windgegevens heeft.
Wanneer de gijponderdrukker is ingesteld op Gijpen niet
toestaan:
• kunt u een AutoTack (automatisch laveren) uitvoeren door
de wind.
• voorkomt de stuurautomaat dat het schip automatisch van
de wind af laveert.
Wanneer de gijponderdrukker is ingesteld op Gijpen toestaan:
• kunt u een AutoTack (automatisch laveren) uitvoeren door de
wind en van de wind af.
Opmerking: De gijponderdrukkingsfunctie kan
worden gewijzigd in het menu Zeilbootinstellingen:
Menu > Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
Zeilbootinstellingen > Gijponderdrukker.
59