Pagina 7
Inloggegevens voor WiFi configureren voor verbinding met mobiele apparaten ....60 Een Android-apparaat verbinden met het display ............... 60 Een iOS-apparaat verbinden met het display ............... 61 RayConnect ......................... 62 Een Quantum™-radarscanner koppelen ................65 Hoofdstuk 6 Home-venster.................... 67 6.1 Overzicht Home-venster ....................68 Beschikbare apps ........................
Pagina 8
9.1 Overzicht Fishfinder-app....................108 Fishfinder-kanalen — Element™ HV-displays ..............109 Fishfinder-kanalen — Element™ S-displays ................111 Bedieningselementen Fishfinder-app................... 111 Een Waypoint plaatsen in de Fishfinder-app ............... 113 Minimale sonardiepten ......................113 Visdetectie........................... 113 Sonar terugscrollen ......................114 Fishfinder-gevoeligheidsregelaars ..................115 Transducerinstellingen configureren................... 116 Hoofdstuk 10 Dashboard-app..................
Elektronische kaartgegevens Raymarine staat niet garant voor de nauwkeurigheid van dergelijke informatie en is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door fouten in de kaartgegevens of informatie die wordt gebruikt door het product en die is aangeleverd door derden.
gebruikt met een minimale afstand van 1 cm (0,39 inch) tussen het apparaat en de behuizing. Deze zender mag niet naast of samen met een andere antenne of zender worden geplaatst, behalve indien in overeenstemming met de productprocedures van de FCC voor systemen met meerdere zenders. Compliance-verklaring (deel 15.19) Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-richtlijnen.
Technische nauwkeurigheid De informatie in dit document was bij het ter perse gaan naar ons beste weten correct. Raymarine is echter niet aansprakelijk voor eventuele onnauwkeurigheden of omissies. Daarnaast kunnen specificaties volgens ons principe van continue productverbetering zonder voorafgaande opgave gewijzigd worden.
2.2 Van toepassing zijnde producten op pagina 15 • 2.3 Productoverzicht op pagina 16 • 2.4 Compatibele transducers - Element HV-displays op pagina 17 • 2.5 Compatibele transducers - Element S-displays op pagina 19 • 2.6 Optionele extra componenten op pagina 19 •...
• het installeren en aansluiten van uw product als onderdeel van een groter systeem van aangesloten maritieme elektronica-apparaten; • het oplossen van problemen en zo nodig ontvangen van technische ondersteuning. Deze en andere documenten over Raymarine-producten kunnen worden gedownload in PDF-formaat op www.raymarine.nl/manuals. Productdocumentatie...
• Raymarine-gebruikershandleidingen kunnen ook gratis worden gedownload vanaf de Raymarine-website, in het populaire PDF-formaat. Deze PDF-bestanden kunt u openen op een PC/laptop, tablet, smartphone, of op de nieuwste generatie Raymarine multifunctionele displays.
• Verzenden van positiegegevens via een marifoon die is aangesloten op dezelfde NMEA 2000-/SeaTalkng ®-backbone. Element™-displays zijn beschikbaar met en zonder geïntegreerde WiFi. Displays met WiFi kunnen verbinding maken met het internet, zodat de software draadloos kan worden geüpdate. Element™ HV Element™...
Opmerking: Indien transducers van andere leveranciers worden gebruikt, is alleen het 200 kHz-kanaal beschikbaar. Compatibele legacy transducers DownVision™-transducers De volgende DownVision™-transducers kunnen worden aangesloten op Element™ HV-displays met behulp van de CPT-S / DownVision 9–pins adapterkabel (A80559): Onderdeelnummer Omschrijving A80507 CPT-90 DVS —...
Pagina 18
CPT-S high CHIRP, 20° romphoek, vlakke inbouwmontage, rompdoorvoer, transducer brons. Verlangkabels legacy transducer Indien u een compatibele legacy transducer aansluit op een Element-display met behulp van een adapterkabel en de kabel moet worden verlengd, dient u een verlengkabel te gebruiken die compatibel is met uw transducer.
2.5 Compatibele transducers - Element S-displays High CHIRP-sonartransducers De volgende high CHIRP-sonartransducers met conische straal kunnen worden aangesloten op Element™ S-displays: Artikelnummer Omschrijving E70342 CPT-S high CHIRP, spiegelmontagetransducer kunststof. E70339 CPT-S high CHIRP, 0° romphoek, vlakke inbouwmontage, rompdoorvoer, transducer kunststof.
• iTC-5 (E70010) — wanneer u het display aansluit op een NMEA 2000-/SeaTalkng ®-backbone met daarin analoge transducers die zijn aangesloten via iTC-5, kunnen de transducersensorgegevens (diepte, snelheid, wind, watertemperatuur etc.) worden weergegeven in gegevenslagen en in de Dashboard-app.Zie de iTC-5 installatie-instructies (87138) voor meer informatie over het aansluiten van analoge transducers via een iTC-5.
De meeste NMEA 2000-compliant tankniveausensoren worden ondersteund. Als u niet zeker weet of uw niveausensor compatibel is, neemt u contact op met de productondersteuning van Raymarine. Er kunnen gegevens worden weergegeven voor: • Tot 2 x tanksensoren voor brandstofpeil •...
Pak uw product voorzichtig uit, om beschadigingen en verlies van onderdelen te voorkomen. Controleer de inhoud van de doos aan de hand van de onderstaande lijst. Bewaar de verpakking en de documentatie voor later gebruik. Element™-display. 2. Pakking voor paneelmontage 3. Zonnekap.
Hoofdstuk 3: Installatie Inhoudsopgave • 3.1 Een plaats kiezen op pagina 24 • 3.2 Productafmetingen op pagina 27 • 3.3 Montageopties op pagina 28 • 3.4 U-beugelmontage op pagina 28 • 3.5 Paneelmontage op pagina 29 Installatie...
De hoek waarmee naar het display wordt gekeken beïnvloedt het displaycontrast en de kleur. Indien u van plan bent het display op een paneel te monteren, raadt Raymarine aan het display tijdelijk in te schakelen en te testen op de gekozen locatie voordat u het installeert.
Vereisten voor plaatsing GPS/GNSS Uw product heeft een geïntegreerde GPS/GNSS-antenne. Houd alstublieft rekening met de onderstaande punten voordat u een plaats kiest voor uw product: Plaats van de montage Aanbevolen wordt het product bovendeks te installeren, omdat de GPS/GNSS-prestaties daar optimaal zijn.
EMC-installatierichtlijnen Apparatuur en accessoires van Raymarine voldoen aan de toepasselijke regels voor (EMC) om elektromagnetische interferentie tussen apparatuur en het effect daarvan op de prestaties van uw systeem te minimaliseren. Correcte installatie is vereist om te garanderen dat EMC-prestaties niet nadelig worden beïnvloed.
3.2 Productafmetingen Afmetingen beugelmontage Element 7 Element 9 Element 12 263,85 mm (10,39 in) 308,40 mm (12,14 in) 373,40 mm (14,70 in) 162,59 mm (6,40 in) 171,00 mm (6,73 in) 225,19 mm (8,87 in) 149,40 mm (5,88 in) 60,84 mm (2,40 in)
De manier van monteren wordt bepaald door de plaats van de montage, het type materiaal en de dikte van het montageoppervlak. • Element™ 7: hiervoor zijn 4 bevestigingen nodig. De diameter van het montagegat voor de U-beugel is 4,2 mm (0,17 in).
1. Gebruik de beugel als montagemal, markeer de richtgaten in het montage-oppervlak en boor ze uit. 2. Gebruik geschikt bevestigingen (niet meegeleverd) en zet de U-beugel vast op het montageoppervlak. Als het montage-oppervlak te dun is voor de meegeleverde schroeven, gebruikt u roestvrij stalen bouten, ringen en borgmoeren.
Pagina 30
1. Verwijder de 4 schroefafdekkingen van de hoeken van het display. 2. Controleer de gekozen plaats voor montage. Er is een schone, vlakke ondergrond vereist met voldoende vrije ruimte achter het paneel. 3. Zet de meegeleverde mal vast op de gekozen plaats met behulp van plakband. 4.
Pagina 31
11. Zet de schroefkapjes terug. Opmerking: De meegeleverde pakking zorgt voor afdichting tussen de unit en een voldoende vlak en stevig montageoppervlak of behuizing. Als het montageoppervlak niet volledig vlak of stevig is, of een ruwe afwerking heeft kan het naast het gebruik van de montagepakking ook nodig zijn een voor de scheepvaart geschikte kit te gebruiken.
• 4.3 Voedingsaansluiting op pagina 35 • 4.4 Aansluiten Element™ HV-transducer op pagina 41 • 4.5 Aansluiten Element™ HV Legacy-transducer op pagina 43 • 4.6 Aansluiten Element S™-transducer op pagina 44 • 4.7 Aansluiten SeaTalkng ® op pagina 45 •...
• NMEA 2000- of SeaTalkng ®-backbone. Zie: p.45 — Aansluiten SeaTalkng ® Opmerking: Een Element-display kan NIET worden aangesloten op dezelfde SeaTalkng ®-backbone als een multifunctioneel display. Voorbeelden van MFD's zijn onder andere Axiom-, of a Series-, c Series-, e Series-, eS Series-, of gS Series-displays.
• Tenzij anders aangegeven, gebruikt u alleen standaardkabels van het correcte type, die zijn geleverd door Raymarine. • Wanneer het noodzakelijk is kabels van andere leveranciers dan Raymarine te gebruiken, dient u ervoor te zorgen dat de kwaliteit en de dikte voldoende zijn voor het beoogde doel (bijv.: voor langere voedingskabels zijn mogelijk dikkere kabels nodig om spanningsval over de kabel te minimaliseren).
• De juiste waarde voor de thermische stroomonderbreker is afhankelijk van het aantal apparaten dat u aansluit. Wanneer u de te gebruiken waarde niet zeker weet, kunt u contact opnemen met een geautoriseerde Raymarine-dealer. • Er is mogelijk al een inline-zekering geplaatst in de voedingskabel van uw product, als dat niet het geval is dient u een inline-zekering/stroomonderbreker aan te brengen op de positieve draad van de voedingsaansluiting van uw product.
Aarden — speciale afvoerdraad De voedingskabel die met dit product is meegeleverd beschikt over een speciale afgeschermde (verstevigde) draad voor aansluiting op het RF-aardingspunt van het schip. Het is van belang dat er een doeltreffende RF-aarding is aangesloten op het systeem. Er moet één aardingspunt worden gebruikt voor alle apparatuur.
Pagina 38
• Het distributiepunt dient te worden gevoed vanaf de primaire voedingsbron van het schip met een 8 AWG (8,36 mm ) kabel. • In het ideale geval dient alle apparatuur te worden verbonden via afzonderlijke thermische stroomonderbrekers of zekeringen met de juiste waarde en de passende stroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijk is en een stroomonderbreker wordt gedeeld door meerdere apparaten, gebruikt u afzonderlijke inline-zekeringen voor iedere stroomkring om te zorgen voor de benodigde beveiliging.
Pagina 39
Waterdichte zekeringhouder waarin een inline zekering met de juiste waarde moet zijn aangebracht. Voor de juiste waarde voor de zekering, zie: Waarden inline zekeringen en thermische stroomonderbrekers. Voedingskabel van het product. Aansluitpunt aardingsdraad. Accu-aansluiting, scenario A: geschikt voor een schip met een gemeenschappelijk RF-aardingspunt. Als uw product in dit scenario is geleverd met een afzonderlijke aardingsdraad, dan dient deze te worden verbonden met het gemeenschappelijke aardingspunt van het schip.
Belangrijk: Om er zeker van te zijn dat voedingskabels (inclusief verlengkabels) dik genoeg zijn, controleert u of er een continue minimale spanning van 10,8 V DC is aan het einde van de kabel waar het de voedingsaansluiting van het product binnen gaat, zelfs wanneer de batterij leeg is met een spanning van 11 V DC.
4.4 Aansluiten Element™ HV-transducer HV-serie-transducers kunnen direct worden aangesloten op Element™ HV-displays. Aansluiten HV-100 Aansluiten HV-300THP (all-in-one) Verbindingen...
Aansluiting HV-300THP-P en HV-300THP-S (gesplitste set) Verlengkabel (geleverd samen met gesplitste transducersets). 2. Y-kabel (geleverd samen met gesplitste transducersets). U kunt de transducerkabels langer maken met behulp van een transducerverlengkabel. Verlengkabel HV–100-transducer Voor optimale prestaties moeten de kabels zo kort mogelijk worden gehouden. Voor sommige installaties kan het echter nodig zijn de transducerkabel te verlengen.
• Eventueel overgebleven kabel dient te worden opgerold op een geschikte plaats. 4.5 Aansluiten Element™ HV Legacy-transducer Wanneer u een legacy transducer aansluit, dient u de correcte adapterkabel te gebruiken en, wanneer nodig, een verlengkabel die compatibel is met de legacy transducer. Element™ HV-display — wordt verbonden met adapterkabel. Verbindingen...
4. Voorbeeld legacy transducer — wordt aangesloten op de adapterkabel of de verlengkabel. Verlangkabels legacy transducer Indien u een compatibele legacy transducer aansluit op een Element-display met behulp van een adapterkabel en de kabel moet worden verlengd, dient u een verlengkabel te gebruiken die compatibel is met uw transducer.
(niet meegeleverd). Opmerking: Een Element-display kan NIET worden aangesloten op dezelfde SeaTalkng ®-backbone als een multifunctioneel display. Voorbeelden van MFD's zijn onder andere Axiom-, of a Series-, c Series-, e Series-, eS Series-, of gS Series-displays. Omdat het Element-display GEEN RayNet-aansluiting heeft, is het bovendien niet mogelijk het via een netwerk te verbinden met een multifunctioneel display (MFD).
NMEA 2000-aansluiting Het display kan direct worden aangesloten op een NMEA 2000-backbone met behulp van de DeviceNet-connector die is meegeleverd met de voedings-/NMEA 2000-kabel. Wanneer aangesloten op een NMEA 2000-backbone, kunnen ondersteunde gegevenstypen worden verzonden naar en/of worden ontvangen door het display. Ondersteunde SeaTalkng ®-producten kunnen worden aangesloten op een NMEA 2000-netwerk met behulp van SeaTalkng ®...
Pagina 47
• SeaTalkng ®-instrumentdisplays en stuurautomaat-bedienunits kunnen aanwezig zijn op dezelfde backbone, deze gegevens worden echter NIET gesynchroniseerd met het Element-display. • Er kunnen maximaal 2 Element-displays aanwezig zijn op dezelfde backbone, gegevens worden echter NIET gesynchroniseerd tussen Element-displays. • Een Element-display kan NIET worden aangesloten op dezelfde SeaTalkng ®-backbone als een multifunctioneel display.
Hoofdstuk 5: Instellen Inhoudsopgave • 5.1 Van start gaan op pagina 50 • 5.2 Snelkoppelingen op pagina 54 • 5.3 De actieve app omschakelen op pagina 54 • 5.4 Compatibele geheugenkaarten op pagina 55 • 5.5 Databronmenu op pagina 57 •...
5.1 Van start gaan Bedieningselementen van het display Hieronder worden de knoppen die beschikbaar zijn op Element™-displays en de werking ervan beschreven. Waypoint • Druk hierop om een waypoint te plaatsen op de positie van uw schip (tenzij cursormodus actief is in de Kaart- of Fishfinder-app).
8. Plus-knop (Inzoomen/bereik inzoomen) • Druk hierop om het gebied dat op het scherm in de Kaart-app wordt weergegeven te verkleinen. • Eén keer indrukken activeert de Zoom-modus in de Fishfinder-app, daarna wordt de zoom-factor bij iedere keer indrukken verhoogd. 9.
Bevestigen gebruiksbeperkingen bij eerste keer inschakelen Nadat u de Opstart-wizard hebt uitgevoerd, wordt de disclaimer voor de gebruiksbeperkingen (Limitation on Use, LoU) weergegeven. U dient de voorwaarden te lezen en ermee akkoord gaan om het display te kunnen gebruiken. Wanneer u OK selecteert, betekent dit dat u de gebruiksvoorwaarden hebt geaccepteerd. Transducerinstellingen configureren Voor systemen waarop een transducer is aangesloten, is het belangrijk dat u, de eerste keer dat u het systeem configureert, uw transducer correct instelt.
1. Selecteer Transducer in het Instellingen-menu van de Fishfinder-app: Menu > Instellingen > Transducer 2. Indien u voor uw installatie een all-in-one-transducer achterstevoren hebt moeten installeren (bijv.: hiervan kan sprake zijn wanneer de transducer op een trollingmotor wordt gemonteerd), selecteer dan Achterwaarts bij de optie Uitlijning HV-transducer. Dit zorgt ervoor dat de kanalen voor bakboord en stuurboord correct worden weergegeven op het scherm.
5.2 Snelkoppelingen U kunt het menu met snelkoppelingen openen door op de aan/uit-knop te drukken. De volgende snelkoppelingen zijn beschikbaar: • Helderheid van het display • Een screenshot maken • SD-kaart uitwerpen • Kleurenpalet: • Radar Tx: • Sonarping: • Het display uitschakelen Opmerking: •...
In plaats van de Menu-knop in te drukken en vast te houden, kunt u de actieve app ook omschakelen vanuit het app-menu. Doe het volgende wanneer een pagina met meerdere apps wordt weergegeven: 1. Druk op de Menu-knop. 2. Markeer de optie Omschakelen naar. 3.
• Gebruik geheugenkaarten van bekende merken - bij het archiveren van gegevens wordt u geadviseerd geheugenkaarten te gebruiken van bekende kwaliteitsmerken. De MicroSD-kaart uit de adapter verwijderen MicroSD-geheugen- en cartografiekaarten worden normaal gesproken in een SD-kaartadapter gestoken geleverd. De kaart dient uit de adapter te worden verwijderd voordat u deze in uw display plaatst.
Handmatig geselecteerde gegevensbronnen veranderen niet. 5.6 Software-updates Raymarine® stelt regelmatig software-updates voor producten ter beschikking, voor nieuwe en uitgebreidere functionaliteit en betere prestaties en bruikbaarheid. Het is belangrijk dat u nagaat of u de meest recente software voor uw producten hebt door regelmatig de Raymarine®-website te bezoeken.
Volg de onderstaande stappen om de software van uw display te updaten. 1. Controleer het hardwaremodel en de softwareversie van de producten die u wilt updaten. 2. Ga naar de Raymarine-website: (www.raymarine.nl > Ondersteuning > Software-updates). 3. Zoek uw product.
(Home-venster > Instellingen > Aan de slag > Software updaten. Software updaten via een internetverbinding Wanneer u een Element™-display gebruikt met geïntegreerde Wifi, volgt u de onderstaande stappen om de software van uw display en software van toegestane apparaten die zijn verbonden via dezelfde SeaTalkng ®-backbone te updaten via een internetverbinding.
Mobiele apparaten kunnen worden verbonden met het display met behulp van een WiFi-verbinding. Wanneer u uw mobiele apparaat verbindt met het display, kunt u gebruik maken van Raymarine-apps zoals RayConnect. De inloggegevens voor de WiFi-verbinding van uw display kunnen worden geïdentificeerd en geconfigureerd in het tabblad WiFi-instellingen.
Voor WiFi-verbinding met Android Opmerking: Afhankelijk van het type en de fabrikant van het apparaat en de versie van het gebruikte Android-besturingssysteem, kunnen de schermen en de opties afwijken van het voorbeeld hierboven. 1. Schakel Wi-Fi in door de schakelaar op AAN (blauw) te zetten en selecteer uw MFD in de lijst met beschikbare netwerken.
3. Definieer de regio's en de soorten cartografische gegevens waarvan u wilt dat deze in de kaart zijn opgenomen. 4. Download de kaarten naar een SD-kaart die in uw Axiom™- of Element™-MFD is geplaatst, of download de kaartgegevens direct naar het interne geheugen van een Axiom™-MFD.
Pagina 63
LightHouse-kaarten LightHouse™ is de merknaam van de elektronische navigatiekaarten van Raymarine. LightHouse™-kaarten kunnen beschikbaar zijn met een premium-abonnement, waarmee nieuwe en uitgebreidere functies worden toegevoegd. Opmerking: Legacy LightHouse™-vector-, raster- en NC2-kaarten zijn niet langer beschikbaar en kunnen niet meer worden gedownload of geüpdate.
Pagina 64
Kaarten kunnen hierna niet op een andere kaart worden opgeslagen. • Kaarten kunnen niet worden gedownload naar het interne geheugen van Element™-MFD's. 1. Installeer de RayConnect-app vanuit de betreffende App Store en open deze.
9. Selecteer Downloaden en volg de instructies op het scherm om uw kaarten naar uw MFD te downloaden. Accountinstellingen U kunt de gegevens van uw Raymarine-account bijwerken met behulp van het Account-menu. U kunt de volgende gegevens van uw account bewerken: • Naam •...
Pagina 66
Voor meer informatie over het koppelen met uw Quantum™-radar (waaronder informatie over het oplossen van problemen), zie de documentatie van uw Quantum™-radar.
Hoofdstuk 6: Home-venster Inhoudsopgave • 6.1 Overzicht Home-venster op pagina 68 • 6.2 App-pagina's aanpassen op pagina 71 • 6.3 Instellingen-menu op pagina 72 • 6.4 Alarmmeldingen op pagina 72 • 6.5 Positie-instellingen op pagina 74 Home-venster...
6.1 Overzicht Home-venster U kunt alle instellingen en apps openen vanuit het Home-venster. Gegevens positie/fix — laat de coördinaten van de huidige positie van uw schip zien. Selecteer het gebied om de fix-nauwkeurigheid te bekijken en de positie-instellingen te openen. 2.
Beschikbare apps Apps worden gebruikt op app-pagina's. Iedere app-pagina is toegankelijk via het Home-venster door een app-paginapictogram. Iedere app-pagina kan maximaal 4 apps bevatten. De verschillende beschikbare apps zijn: Kaart — de Kaart-app laat elektronische cartografische informatie zien van uw cartografiekaarten en, indien gebruikt in combinatie met een GNSS (GPS)-ontvanger, toont de positie van uw schip.
Pagina 70
Fishfinder-app-pagina's De pictogrammen die worden gebruikt voor Fishfinder-app-pagina's op het Home-venster veranderen op basis van het Fishfinder-kanaal dat is geselecteerd voor de betreffende versie van de Fishfinder-app. Sonar Het Fishfinder-kanaal met conische straal wordt weergegeven met het pictogram van de Sonar-app. Het Fishfinder-kanaal met conische straal geeft een traditionele scrollende 2D-weergave van het water onder uw schip.
Radiaal De Radiaal-app-pagina is een pagina op volledig scherm met een directe (real-time), radiale weergave van het water onder de transducer. De radiale weergave toont de echo's van het sonarsignaal (en gebruikt daarbij dezelfde kleurcodering als de traditionele scrollende weergave), die cirkelvormig is georganiseerd.
6.3 Instellingen-menu U kunt de instellingen van het display openen door het Instellingen-pictogram op het Home-venster te selecteren. De volgende instellingen en gegevens zijn beschikbaar voor uw display. Tabblad Instellingen Aan de slag • Hardware- en software-informatie over uw display. •...
Pagina 73
Voorbeeld gevaarlijk alarm Rood — wordt gebruikt om een gevaarlijke alarmsituatie aan geven, er moet direct actie worden ondernomen omdat er een mogelijk of direct gevaar is voor mensen of het schip. Gevaarlijke alarmen worden begeleid door een geluidssignaal. De melding Gevaarlijk alarm en het geluidssignaal blijven zichtbaar en hoorbaar totdat ze worden bevestigd of totdat de omstandigheden die het alarm hebben geactiveerd niet langer aanwezig zijn.
6.5 Positie-instellingen U kunt de gegevens en de instellingen van de interne GNSS (GPS)-ontvanger van uw display openen vanaf het Home-venster. Vanuit het tabblad Instellingen kunt u: • differentiële positionering (SBAS) activeren of deactiveren • het COG/SOG-filter instellen op basis van de mate van de schommelingen van het schip. •...
Hoofdstuk 7: Waypoints, Routes en Tracks Inhoudsopgave • 7.1 Waypoints op pagina 76 • 7.2 Routes op pagina 79 • 7.3 Tracks op pagina 82 • 7.4 Gebruikersgegevens importeren en exporteren op pagina 84 Waypoints, Routes en Tracks...
7.1 Waypoints Waypoints worden gebruikt om bepaalde locaties of interessante plaatsen te markeren. Waypoints kunnen worden gebruikt in de Kaart- en Fishfinder-apps. Uw display kan tot 5.000 waypoints opslaan, deze kunnen worden gesorteerd in maximaal 200 waypoint-groepen. In de Kaart-app kunt u naar een waypoint navigeren door Ga naar te selecteren in het Waypoint-contextmenu.
Waypoint-beheer Waypoints worden gesorteerd en weergegeven in het menu Waypoint-groepen. Menu Waypoint-groepen Waypoints kunnen worden weergegeven in het waypoint-menu, dat kan worden geopend vanuit het Home-venster (Home-venster > Waypoints) en vanuit de Kaart-app (Kaart-app > Menu > Waypoints). Waypoints worden opgeslagen in dezelfde groep als het waypoint dat u als laatste hebt gemaakt. U kunt ook alle waypoints bekijken door ALLE WAYPOINTS te selecteren, en waypoints die op dezelfde dag zijn gemaakt met WAYPOINTS VAN VANDAAG .
Pagina 78
Waypoint-groepen Selecteren ALLE WAYPOINTS , WAYPOINTS VAN VANDAAG , ONGESORTEERD of een door de gebruiker gemaakte waypoint-groep laten een lijst zien van alle waypoints in die groep/categorie. Wanneer een lijst met waypoints wordt weergegeven, kunt u: • waypoints zoeken in het gebied van het LiveView-venster. •...
Waypoint-gegevens Wanneer u een waypoint selecteert in de lijst, worden de gegevens van het waypoint weergegeven die kunnen worden aangepast. De locatie van het waypoint wordt eveneens weergegeven in het LiveView-venster aan de rechterkant van het scherm Wanneer de waypoint-gegevens worden weergegeven, kunt u: •...
Om langs een opgeslagen route te navigeren, plaatst u de cursor boven de route en drukt u op de OK-knop, daarna selecteert u Route volgen in het contextmenu. Routes kunnen worden geïmporteerd naar en geëxporteerd vanaf uw display. Voor meer informatie, zie: p.84 —...
Routes beheren Routes kunnen worden beheerd in het menu 'Routes en tracks'. Het menu Routes & tracks kan worden geopend vanuit het Home-venster en vanuit de Kaart-app: Home-venster > Routes & tracks, of Kaart-app > Menu > Routes & tracks. Wanneer het menu 'Routes en tracks' is geopend, wordt standaard het menu Routes weergegeven.
Vanuit het routeplan kunt u: • langs de route navigeren door Volgen te selecteren • de richting van de route wijzigen door Omgekeerd te selecteren • een bestaand waypoint toevoegen aan de route door Waypoint toevoegen te selecteren • de route-opties, zoals de naam en de kleur van de route wijzigen en de route verbergen of verwijderen door de betreffende optie te selecteren in het popover-menu Route-opties.
Een track maken U kunt de reis van uw schip vastleggen met behulp van tracks. Nadat een track is opgeslagen, kan het worden omgezet in een route, zodat dezelfde reis op een later tijdstip opnieuw kan worden gevolgd. Doe het volgende in de Kaart-app: 1.
Tracks-menu Vanuit het Tracks-menu kunt u: • het opnemen van tracks starten en stoppen. • de instellingen voor het vastleggen van tracks wijzigen. • tracks verwijderen. • Tracks weergeven of verbergen. Wanneer u een track selecteert in de lijst, kunt u het popover-menu gebruiken om: •...
5. OK selecteren om terug te keren naar het menu Importeren/exporteren, Kaart uitwerpen om de geheugenkaart op een veilige manier te verwijderen. Het bestand met gebruikersgegevens wordt opgeslagen in de map ‘\Raymarine\Mijn gegeven\’ van uw geheugenkaart, met de gpx-bestandsindeling. Gebruikersgegevens importeren U kunt gebruikersgegevens (bijv.: waypoints, routes en tracks met GPX-indeling) naar uw display...
8.1 Overzicht Kaart-app In de Kaart-app wordt een representatie weergegeven van uw schip met betrekking tot landmassa's en andere kaartobjecten, waarmee u uw route kunt plannen en naar de gewenste bestemming kunt navigeren. Voor de Kaart-app hebt u een GNSS (GPS)-positiefix nodig om uw schip op de correcte plaats op de wereldkaart weer te geven.
Route U kunt uw route van tevoren plannen door een Route te maken met behulp van waypoints die ieder routetraject markeren. Kaartbereik Bepaalt de schaal voor het weergegeven kaartbereik. Besturingen van de Kaart-app De Kaart-app heeft 2 bedieningsmodi, bewegingsmodus en cursormodus. Het gedrag van sommige regelaars hangt af van de bedieningsmodus.
• Het contextmenu van de Kaart-app wordt geopend door een locatie of een cartografisch object te selecteren in de Kaart-app. • Het contextmenu bevat gegevens over de breedtegraad, de lengtegraad, de afstand en de peiling voor de geselecteerde locatie of het object. •...
EENVOUDIG De eenvoudige modus onderdrukt de kaartdetails voor een duidelijker, eenvoudigere weergave voor algemene oriëntatie. In de eenvoudige modus zijn alleen menu-opties met betrekking tot navigatie beschikbaar. Wijzigingen in instellingen worden niet opgeslagen in eenvoudige modus. GEDETAILLEERD Gedetailleerde modus is de standaard modus. Alle kaartdetails en menuopties zijn beschikbaar.
Pagina 92
Vanuit de popover Scheepsinformatie kunt u: • een track starten/stoppen. • de positie van het scheepssymbool corrigeren. • het symbool van uw schip wijzigen. • koersvector weergeven/verbergen. • COG-vector weergeven/verbergen. • vectoren wijzigen zodat deze vectoren met oneindige lengte of lengte van referentieperiode weergeven.
U kunt ook een 'Ga naar' uitvoeren vanuit het Ga naar-menu: Menu > Ga naar. Opmerking: In een netwerk dat 2 Element™-displays bevat, waarbij één display wordt gebruikt voor actieve navigatie (d.w.z.: voor Ga naar of Volgen) zijn de navigatieopties niet beschikbaar op het via het netwerk aangesloten display.
Pagina 94
Cross Track Error (XTE) herstarten Er is sprake van een Cross Track Error (XTE) wanneer uw feitelijke route afwijkt van uw oorspronkelijk geplande route. Wanneer uw XTE herstart, wordt een nieuwe route gepland vanaf uw huidige positie naar uw bestemming, in plaats van het volgen van de oorspronkelijk geplande route. 1.
Een track maken U kunt de reis van uw schip vastleggen met behulp van tracks. Nadat een track is opgeslagen, kan het worden omgezet in een route, zodat dezelfde reis op een later tijdstip opnieuw kan worden gevolgd. Doe het volgende in de Kaart-app: 1.
Pagina 96
• Nieuwe generatie LightHouse™-kaarten • VerouderdeLightHouse™-vector-, raster- en NC2-kaarten. • Navionics-kaarten • C-Map Raadpleeg de Raymarine-website voor de meest recente lijst met ondersteunde cartografiekaarten: www.raymarine.nl Om de actuele beschikbaarheid van en de soorten Navionics-cartografiekaarten na te gaan, gaat u naar www.navionics.com.
• Zorg ervoor dat u de correcte procedure gebruikt voor het uitwerpen van geheugenkaarten voordat u de cartografiekaart of geheugenkaart uit de kaartlezer verwijdert. LightHouse-kaarten LightHouse™ is de merknaam van de elektronische navigatiekaarten van Raymarine. LightHouse™-kaarten kunnen beschikbaar zijn met een premium-abonnement, waarmee nieuwe en uitgebreidere functies worden toegevoegd. Opmerking: Legacy LightHouse™-vector-, raster- en NC2-kaarten zijn niet langer beschikbaar en kunnen niet...
Pagina 98
Er zijn ook voorafgeladen LightHouse™-kaarten beschikbaar op MicroSD-kaarten. U steekt de kaart in de kaartlezer van uw MFD en kunt deze direct gebruiken. Opmerking: Er worden regelmatig nieuwe regio's toegevoegd, u kunt bij uw plaatselijke Raymarine-dealer informatie inwinnen over de meest recent toegevoegde regio's. • R70794 — voorgeladen LightHouse™-kaarten Noord-Amerika.
Pagina 99
Met groeperen kunt u de grootte van het downloadbestand minimaliseren. Dit doet u door tot 3 regio's van hetzelfde continent samen te groeperen. 8. Controleer de vereisten voor de SD-kaart. Belangrijk: Een lege cartografiekaart die u bij een Raymarine-dealer aanschaft heeft al de juiste indeling. 9. Klik op DOORGAAN. 10. Controleer het unieke ID-bestand. Belangrijk: Een lege cartografiekaart die u bij een Raymarine-dealer aanschaft beschikt al over het unieke ID-bestand.
Opmerking: • Afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van de internetverbinding, kan het voorbereiden van het pakket en het downloaden enige tijd duren. Klik op Melding via e-mail ontvangen om een e-mail te ontvangen wanneer het pakket klaar is om te worden gedownload. •...
RealBathy™ U kunt nauwkeurige persoonlijke bathymetrische kaarten maken in realtime met behulp van de RealBathy™-functie van Raymarine. Opmerking: Voor RealBathy™ heeft u compatibele LightHouse™ NC2-kaarten en een MicroSD-kaart nodig met voldoende vrije ruimte voor het opnemen van diepte- en bathymetrische gegevens.
Reeds-almanak De Reeds-almanak is beschikbaar voor ondersteunde regio's op Raymarine LightHouse-kaarten. De Reeds-symbolen die worden weergegeven in de Kaart-app wanneer de Straten & POI-laag is ingeschakeld: Kaart-app > Menu > Instellingen > Lagen > Straten & POI.
Getijdenmodus Getijdenmodus onderdrukt de kaartdetails om de getijde- en/of stroominformatie duidelijker weer te geven. Daarnaast geeft het een grafische weergave van de zakking- en driftvectoren van uw schip. De getijdenmodus toont ook een geanimeerde voortgangsbalk. Afhankelijk van de gebruikte cartografie, kunnen de getijden- en/of stroomstationssymbolen zijn vervangen door dynamische afbeeldingen.
Animatieregelaars gebruiken De animatieregelaars kunnen worden geselecteerd met de richtingsknoppen en de OK-knop. Doe het volgende wanneer cartografie met getijdeninformatie is geselecteerd in de Kaart-app: 1. Selecteer het pictogram van de GETIJDEN-modus in het menu. 2. Selecteer Getijdenanimatie in het menu. 3.
Pagina 105
Wanneer u SonarChart™ Live gebruikt, worden in realtime nieuwe contourlijnen getekend op het scherm op basis van de dieptemetingen van uw transducer. Er worden kleurschakeringen gebruikt om de diepte aan te geven, donkerrood staat daarbij voor het meest ondiepe gebied. De sonargegevens worden vastgelegd op uw cartografische kaart en worden gedeeld met Navionics wanneer u uw cartografie online update.
(zee)bodemstructuur en objecten die onder uw transducer passeren. Fishfinder-kanalen zijn beschikbaar voor de verschillende beschikbare sonartechnologieën, afhankelijk van uw displaymodel en de aangesloten transducer. Voorbeeld — Element HV-display Voorbeeld — Element S-display...
Fishfinder-kanaal u wilt gebruiken. De selectie van een kanaal blijft behouden zolang de unit blijft ingeschakeld. Fishfinder-kanalen — Element™ HV-displays De volgende fishfinder-kanalen zijn beschikbaar op Element™ HV-displays, afhankelijk van uw aangesloten transducer. RealVision™ 3D-kanaal (350 kHz / 1,2 MHz) Het RealVision™...
Pagina 110
BOVEN Boven geeft een scrollende 3D-weergave, naar beneden kijkend naar uw schip vanaf boven. VOLGEN Volgen geeft een scrollende 3D-weergave, kijkend naar uw schip vanaf de achtersteven. SideVision™-modi Wanneer het SideVision™-fishfinder-kanaal is geselecteerd, komen de SideVision™-fishfinder-modi beschikbaar in het hoofdmenu. LINKS/RECHTS De Links/rechts-modus is een op een foto lijkende, scrollende 2D-weergave van het water aan beide zijden van uw schip.
(bijv. (zee)bodemstructuur of object etc.), in tegenstelling tot de historische weergave van de traditionele, scrollende, 2D-weergave. Fishfinder-kanalen — Element™ S-displays De volgende Fishfinder-kanalen zijn beschikbaar op Elemen™ S-displays. Sonarkanaal (Conische high CHIRP (200 kHz)) Het sonarkanaal is beschikbaar indien aangesloten op een compatibele transducer.
Pagina 112
• Wanneer u op een willekeurige richtingsknop drukt, wordt de cursor in die richting verplaatst. • Wanneer de cursor zich volledig links op het scherm bevindt en u op de knop naar links blijft drukken, wordt de geschiedenis weergegeven van het scroll-beeld, hiermee kunt u constructies en objecten bekijken waar u voorbij bent gevaren.
3. Onjuiste bodemtracking met onjuiste dieptewaarden. Visdetectie De opties voor visdetectie zijn beschikbaar indien Raymarine®-transducers worden gebruikt. De functie Visdetectie is alleen beschikbaar indien u het SONAR-kanaal gebruikt. U kunt de functie Visdetectie openen vanuit het menu van de Fishfinder-app: Fishfinder > Menu >...
De functie Visdetectie kan handmatig op de volgende manier worden aangepast: • Detectiegevoeligheid — De instelling voor detectiegevoeligheid bepaalt hoe groot sonarobjecten moeten zijn om ze als vis te beschouwen. Hoe hoger de waarde, hoe meer sonarobjecten als vis worden beschouwd. •...
Het scrollende beeld kan worden afgespeeld vanaf ieder moment sinds de Fishfinder-app was geopend. Sonar-geschiedenis afspelen De sonargeschiedenis van de Fishfinder-app kan worden afgespeeld. Doe het volgende wanneer de Fishfinder-app in Scrolling-modus is: 1. Druk op een willekeurige richtingsknop of druk op de OK-knop wanneer u een RealVision-kanaal bekijkt.
Bediening Omschrijving Versterking De versterkingsregelaar bepaalt de signaalsterkte waarbij terugkerende signalen van objecten op het scherm worden weergegeven. De versterkingsregelaar kan worden ingesteld op Automatisch of Handmatig. In Automatisch kunt u een correctie toepassen tot ± 50%. Een hogere waarde genereert meer terugkerende signalen en ruis op het scherm.
Pagina 117
1. Selecteer Transducer in het Instellingen-menu van de Fishfinder-app: Menu > Instellingen > Transducer 2. Indien u voor uw installatie een all-in-one-transducer achterstevoren hebt moeten installeren (bijv.: hiervan kan sprake zijn wanneer de transducer op een trollingmotor wordt gemonteerd), selecteer dan Achterwaarts bij de optie Uitlijning HV-transducer. Dit zorgt ervoor dat de kanalen voor bakboord en stuurboord correct worden weergegeven op het scherm.
10.1 Overzicht Dashboard-app Met de Dashboard-app kunt u systeemgegevens bekijken. Er kunnen systeemgegevens worden gegenereerd door uw display of door apparaten die zijn verbonden met uw display via SeaTalkng ®/NMEA 2000. Opmerking: Om ervoor te zorgen dat gegevens beschikbaar zijn in de Dashboard-app, moeten ze vanaf compatibele hardware naar uw display worden gezonden, met ondersteunde protocols en berichten.
Gegevenspagina's verbergen en weergeven Doe het volgende wanneer de Dashboard-app wordt weergegeven en actief is: 1. Druk op de Menu-knop. 2. Selecteer het Instellingen-pictogram. Het menu wordt geopend op het tabblad Pagina's. 3. Gebruik de knoppen omhoog en omlaag om de pagina te selecteren die u wilt verbergen of weergeven.
Pagina 122
COG-indicator Visuele identificatie van uw grondkoers. De COG-indicator is beschikbaar op de Navigatie-indicator indien COG-gegevens beschikbaar zijn. Bestemmingswaypointindicator Visuele identificatie van de koers naar uw huidige bestemming. De bestemmingswaypointindicator is beschikbaar tijdens actieve navigatie (d.w.z.: navigeren naar waypoint, een Ga naar uitvoeren of volgen van een route). Indicator voor ware windhoek Visuele identificatie van de ware windhoek.
Hoofdstuk 11: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 11.1 Productondersteuning en onderhoud voor Raymarine-producten op pagina 124 • 11.2 Leermiddelen op pagina 127 Technische ondersteuning...
U vindt deze productinformatie op de diagnosepagina's van het aangesloten MFD. Onderhoud en garantie Raymarine heeft speciale serviceafdelingen voor garantie, onderhoud en reparaties. Vergeet niet naar de Raymarine-website te gaan om uw product te registreren voor uitgebreide garantievoordelen: http://raymarine.nl/display/?id=788. Groot-Brittannië (GB), EMEA en Azië/Stille Oceaan: •...
• Tel: +47 692 64 600 Denemarken (Raymarine-dochterbedrijf): • E-mail: support.dk@raymarine.com • Tel: +45 437 164 64 Rusland (geautoriseerde Raymarine-distributeur): • E-mail: info@mikstmarine.ru • Tel: +7 495 788 0508 Het displaymodel en de softwareversie bepalen Ga naar het menu ' A an de slag': Home-venster > Instellingen > Aan de slag op uw display om het productmodel en de huidige softwareversie te bepalen.
Productinformatie bekijken U kunt gedetailleerde productinformatie over uw display bekijken. 1. Selecteer het Instellingen-pictogram op het Home-venster. 2. Selecteer het tabblad Dit display. 3. Selecteer Informatie over dit product in het onderdeel DIAGNOSTIEK. 4. Als de knop Gegevens opslaan is gemarkeerd, drukt u op de knop naar Links. 5.
Het popover-menu Logbestanden wordt weergegeven. In het popover-menu ziet u of er logbestanden zijn die kunnen worden opgeslagen. 3. Selecteer Systeemlogbestanden opslaan. 11.2 Leermiddelen Raymarine heeft een breed aanbod aan leermiddelen samengesteld om u te helpen het optimale uit uw producten te halen. Videocursussen Officieel Raymarine-kanaal op YouTube: •...
Pagina 128
Forum voor technische ondersteuning U kunt het Forum voor technische ondersteuning gebruiken om een technische vraag te stellen over een Raymarine-product of om uit te vinden hoe andere klanten hun Raymarine-apparatuur gebruiken. De leermiddelen worden regelmatig bijgewerkt met bijdragen van Raymarine-klanten en -medewerkers: •...