6.4 Display-instellingen
Display en gedeelde helderheid
U kunt de helderheid van het individuele display of van de
netwerkdisplays wijzigen.
U kunt de gedeelde helderheid alleen gebruiken en instellen
voor displays die delen ondersteunen en die zijn toegewezen
aan netwerkgroepen.
U kunt de gedeelde helderheidsniveaus niet instellen voor
displays die delen niet ondersteunen.
De helderheid van het display aanpassen
Om de helderheid van een afzonderlijk display aan te passen:
1. Druk in een favoriete pagina kort op de LINKER
FUNCTIEKNOP.
Hiermee wordt het instellingenscherm voor de helderheid
geopend.
2. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om het
helderheidspercentage op het gewenste niveau in te stellen.
3. Druk op de RECHTER FUNCTIEKNOP om de nieuwe
helderheidsinstelling te bevestigen en terug te keren naar de
favoriete pagina waar u was.
Een netwerkgroep toewijzen
Indien toegewezen aan een netwerkgroep kunt u de helderheid
en het kleurenpalet wijzigen voor displays die dit ondersteunen.
Om gedeelde helderheid en kleurenpalet in te schakelen moet
het display als volgt zijn toegewezen aan een netwerkgroep:
1. Ga naar Menu > Instellingen > Systeeminstellingen >
Netwerkgroep.
Er wordt een lijst met netwerkgroepen weergegeven:
• Geen (standardwaarde)
• Roer 1
• Roer 2
• Stuurhut
• Flybridge
• Mast
• Groep 1 — groep 5
2. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de
gewenste groep te markeren.
3. Druk op de knop SELECTEREN om het display dat u
gebruikt toe te wijzen aan die netwerkgroep.
4. Ga naar Menu > Instellingen > Systeeminstellingen >
Helderheid/kleurenpalet.
U krijgt de volgende opties:
• Dit display
• Deze groep
5. Markeer en selecteer de gewenste instelling.
6. Voer de stappen 1 tot en met 5 uit op alle displays die u wilt
delen.
De gedeelde helderheid aanpassen
De gedeelde helderheid is alleen toegankelijk wanneer het
display is toegewezen aan een netwerkgroep.
1. Op de favorietenpagina drukt u op de LINKER
FUNCTIEKNOP om de helderheidsinstelling weer te geven.
2. Druk opnieuw op de LINKER FUNCTIEKNOP om de
gedeelde helderheidsinstellingen te openen.
3. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om het
gedeelde helderheidsniveau in te stellen.
De helderheid van het display en het systeem zijn ook
toegankelijk via Menu > Display-instellingen > Helderheid.
Display en gedeelde kleuren
De i70 / p70R kan een kleurenpalet instellen voor het individuele
display of voor het systeem (als kleuren beschikbaar zijn op de
netwerkdisplays).
Kleurinstellingen zijn beschikbaar via Menu > Display-
instellingen > Kleuren.
34
Beschikbare kleurpaletten zijn:
Voorbeeld
Het kleurenpalet wijzigen
1. Markeer een kleurenpalet in het kleurenmenu.
Wanneer u een kleurenpalet hebt gemarkeerd wordt een
preview daarvan getoond.
2. Druk op SELECTEREN om het kleurenpalet te bevestigen
en terug te keren naar het kleureninstellingenmenu.
Als de unit deel uitmaakt van een netwerkgroep, dan verandert
het geselecteerde kleurenpalet op alle displays die deel
uitmaken van die groep. Als kleuren niet beschikbaar zijn op de
displays in het netwerk veranderen ze niet.
Displaygevoeligheid
De displaygevoeligheid instellen
Het instellen van de gevoeligheid naar een lage waarde zorgt
voor een stabielere meting van de huidige omstandigheden. Het
instellen van een hogere waarde maakt de metingen gevoeliger.
1. Selecteer in Menu > Display-instellingen
Displaygevoeligheid.
2. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om het
gegevenstype te selecteren:
• Snelheid
• Diepte
• Windsnelheid
• Windhoek
• Koers
3. Druk op SELECTEREN om de gevoeligheidswaarde in te
stellen:
1 — 15
4. Druk op OPSLAAN om de waarde op te slaan en terug te
keren naar het scherm met displaygevoeligheidsopties.
Kleurenpalet
Dag 1
Dag 2
Geïnverteerd
Rood/zwart
p70 / p70R