Inbedrijfstelling - Evolution-
stuurautomaat
p70 & p70r en Evolution-stuurautomaat
— overzicht
Dit document begeleidt u door de stappen die nodig
zijn voor het instellen en inbedrijfstellen van uw
Evolution-stuurautomaatsysteem met behulp van een Raymarine
p70/p70r-stuurautomaatbediening.
Als u al gebruiker bent van Raymarine-stuurautomaatsyste-
men, helpt dit document u ook inzicht te krijgen in de verschillen
tussen het inbedrijfstellingsproces van bestaande SPX-stuur-
automaatsystemen en het Evolution-stuurautomaatsysteem. Er
kan bijvoorbeeld een aantal bestaande stappen zijn voor het
instellen en de inbedrijfstelling die u al kent van SPX-systemen,
die nu niet langer nodig zijn of die enigszins anders zijn in
Evolution-stuurautomaatsystemen.
Installatie Evolution-stuurautomaat
Voor informatie over het installeren en aansluiten van
een Evolution-stuurautomaatsysteem raadpleegt u de
installatie-instructies die met de EV-1- en EV-2-units zijn
meegeleverd.
Bediening van de Evolution-
stuurautomaat met p70 & p70r
Het algemene gebruik van de p70/p70r voor Evolution-
stuurautomaatsystemen is hetzelfde als van bestaande
SPX-stuurautomaatsystemen.
Raadpleeg documentnummer 81355 voor de bedieningsinstruc-
ties van de p70 / p70r. Dit document wordt meegeleverd met
alle p70 / p70r-units. Het kan ook worden gedownload vanaf de
Raymarine-website www.raymarine.com.
Inbedrijfstelling stuurautomaat —
belangrijkste verschillen tussen
Evolution- en SPX-systemen
Het Evolution-systeem beschikt over een aantal functies die het
proces voor inbedrijfstelling, dat vereist is voor bestaande SPX-
en enkele andere stuurautomaten, verbeteren.
• Ingebouwde koers- en standsensor — er is geen extra
fluxgate-kompas vereist.
• Automatisch instellen - de roerversterking, tegenroer,
handmatige kompaskalibratie en AutoLearn-instellingen
die nodig waren voor bestaande SPX-systemen
zijn niet langer nodig. Dit resulteert in een sterk
vereenvoudigd dokpierkalibratieproces voor Evolution-
stuurautomaatsystemen.
Responsniveaus van de stuurautomaat
De Evolution-stuurautomaat beschikt over een aantal
verschillende responsniveaus die u helpen het systeem snel
te configureren voor optimale prestaties binnen de huidige
omstandigheden.
De beschikbare responsniveaus zijn:
Document number: 82285-5
• Vrijetijd — geschikt voor lange tochten waar het nauwkeurig
aanhouden van de koers niet essentieel is.
• Kruisen — goed aanhouden van de koers zonder de
stuurautomaat te overbelasten.
• Prestatie — nadruk op strikt aanhouden van de koers.
U kunt het responsniveau op ieder moment aanpassen
doorMENU > Responsniveau te selecteren. Selecteer daarna
Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Eerste instelling en inbedrijfstelling
Voorwaarden voor inbedrijfstelling
Voordat u uw systeem voor de eerste keer in bedrijf stelt moet u
controleren of de onderstaande processen correct zijn uitgevoerd:
• De installatie van de stuurautomaat is afgerond overeenkomstig
de installatiehandleiding.
• Het SeaTalk
ng
-netwerk is geïnstalleerd overeenkomstig de
SeaTalk
ng
-gebruikershandleiding.
• Een eventuele GPS-installatie en verbindingen zijn aangelegd
overeenkomstig de GPS-installatiehandleiding.
Ga ook na of de technicus die het systeem in bedrijf stelt bekend
is met de installatie en de componenten van de stuurautomaat,
waaronder:
• Scheepstype.
• Systeeminformatie scheepsbesturing.
• Het doel van de stuurautomaat.
• Systeemontwerp: componenten en verbindingen (u zou over
een stroomschema moeten beschikken van de stuurautomaat
van het schip).
Eerste instelling
De eerste instelling omvat de volgende stappen:
Belangrijk: Voordat u verder gaat met de eerste instelling of
inbedrijfstelling van een p70/p70R dient u ervoor te zorgen
dat uw p70/p70R de meest recente softwareversie heeft.
Voor gebruik van de p70/p70R met Evolution-systemen
is p70-/p70R-softwareversie 2 of hoger vereist. Ga naar
http://www.raymarine.co.uk/view/?id=797
recente software te downloaden en voor instructies over hoe u
de software van uw p70/p70R met een multifunctioneel display
dient te upgraden.
1. Schakel uw p70/p70R in.
2. Specificeer uw voorkeurstaal en het betreffende scheepstype
met behulp van de Instellingenwizard.
3. Voltooi het dokpierkalibratieproces met behulp van de
Dokpierwizard:
Voor schepen zonder een
roerstandterugmelder:
Selectie aandrijvingstype
Instellen roerlimiet
Boord-boordtijd (als u uw
boord-boordtijd nog niet weet, dient
u deze stap in de Dokpierwizard
over te slaan en de waarde later
handmatig in te voeren.
Controle roeraandrijving
4. Nadat de dokpierwizard is voltooid, dient u de boord-boordtijd
te specificeren (is alleen van toepassing op systemen die
GEEN roerstandterugmelder hebben).
om de meeste
Voor schepen met een
roerstandterugmelder:
Selectie aandrijvingstype
Roer uitlijnen (roeruitlijning)
Instellen roerlimiet
Controle roeraandrijving
Date: 04-2014