De passagier dient overigens het voertuig
voorzichtig te bestijgen en te verlaten en
op te passen dat hij het voertuig en de be-
rijder niet uit evenwicht brengt.
OPMERKING
Het is de taak van de
berijder de passagier in te lichten omtrent
het bestijgen en verlaten van het voertuig.
Voor de passagier is het voertuig uitgerust
met speciale voetsteunen die hij kan ge-
bruiken tijdens het bestijgen en verlaten
van het voertuig. De passagier dient altijd
de linker voetsteun te gebruiken om het
voertuig te bestijgen en te verlaten.
Verlaat het voertuig niet, en probeer het
ook niet verlaten, door te springen of een
been op de grond te zetten. In beide geval-
len brengt u het evenwicht van het voertuig
in gevaar.
OPMERKING
De bagage en de
voorwerpen die aan de achterkant van het
voertuig zijn vastgemaakt kunnen het be-
stijgen en verlaten ervan belemmeren.
gebruik en onderhoud RSV 1000 R - RSV 1000 R FACTORY
50
Controleer in elk geval de bewegingen van
uw rechterbeen goed waarmee u over de
achterkant van het voertuig moet raken
(staart en bagage) zonder dit uit evenwicht
te brengen.
BESTIJGEN
◆
Het stuur goed vastnemen en het voer-
tuig bestijgen zonder druk op de zijstan-
daard uit te oefenen.
OPMERKING
Als u er niet in slaagt
beide voeten op de grond te zetten, zet u uw
rechtervoet op de grond (als het voertuig
kantelt, is dit aan de linkerkant "beveiligd"
door de zijstandaard en houd u uw linkervoet
klaar om op de grond neer te zetten.
◆
Zet beide voeten op de grond en zet het
voertuig nu recht en in evenwicht.
OPMERKING
De berijder mag niet
trachten de voetsteunen van de passagier
uit te klappen terwijl hij op het voertuig zit
omdat hij het evenwicht van het voertuig
hiermee in gevaar brengt.
◆
De passagier dient de twee voetsteunen
uit te klappen.
◆
De passagier inlichten over de manier
waarop hij op het voertuig kan gaan zit-
ten.
◆
Duw de zijstandaard helemaal met uw
linkervoet in.
HET VOERTUIG VERLATEN
◆
Kies een parkeerzone, zie pag. 59 (PAR-
KEREN).
◆
Het voertuig stoppen, zie pag. 59
(STOPPEN).
WAARSCHUWING
Controleer of de parkeerzone vrij, stevig
en vlak is.
◆
Met de hiel van uw linkervoet tegen het
hendeltje van de zijstandaard duwen en
deze helemaal uitklappen.
OPMERKING
Als u er niet in slaagt
beide voeten op de grond te zetten, zet u
uw rechtervoet op de grond (als het voer-
tuig kantelt, is dit aan de linkerkant "bevei-
ligd" door de zijstandaard en houd u uw lin-
kervoet klaar om op de grond neer te
zetten.
◆
Zet beide voeten op de grond en zet het
voertuig nu recht en in evenwicht.
◆
De passagier inlichten over de manier
waarop hij op het voertuig moet verlaten.
OPGELET
Gevaar voor vallen of omvallen.
Controleren of de passagier het voer-
tuig helemaal heeft verlaten.
Niet met uw eigen lichaamsgewicht of
dat van de passagier op de zijstandaard
steunen.
◆
Laat de motorfiets naar links overhellen
om de standaard op de grond te zetten.
◆
Neem het stuur goed vast en verlaat het
voertuig
◆
Het stuur volledig naar links draaien.
◆
De passagiervoetsteunen inklappen.
OPGELET
De stabiliteit van het voertuig controle-
ren.