Door de inschakelvertraging begint de
compressor pas enkele minuten later te
lopen.
7.
Controleer tijdens het proefdraaien alle
regel-, besturings- en veiligheidsinrichtingen
op werking en correcte instellingen.
8.
Meet alle koeltechnische gegevens en noteer
de meetgegevens in het inbedrijfstellingsrap-
port.
9.
Verwijder de manometer.
Functionele controle en proefdraaien
Controleer de volgende punten:
n
Dichtheid van de koudemiddelleidingen.
n
Gelijkmatige loop van compressor en venti-
lator.
n
Afgifte van warmer water in de binnenunit en
afgifte van koude lucht bij buitenunit tijdens
verwarmingsbedrijf.
n
Functiecontrole van de binnenunit en het cor-
recte verloop van alle programma's.
n
Controle van de aangesloten actoren en sen-
soren via de handmatige werking op het juiste
functioneren en plausibele sensorwaarden.
(Zie bedieningshandleiding "Smart-Control")
n
Controle van de oppervlaktetemperatuur van
de zuigleiding en bepaling van de verdamper-
oververhitting. Houd voor een temperatuurme-
ting de thermometer op de zuigleiding en trek
van de gemeten temperatuur, de op mano-
meter afgelezen kookpunttemperatuur af.
n
De gemeten temperaturen in het inbedrijfstel-
lingsprotocol noteren.
Afsluitende maatregelen
De insteltemperatuur via de Smart Control
n
instellen op de gewenste waarde.
n
Monteer alle gedemonteerde onderdelen.
n
Leg de werking van de installatie uit aan de
gebruiker.
AANWIJZING!
Controleer na elke ingreep in de koudekring-
loop de afsluitkleppen en de afsluitdoppen op
lekkages. Gebruik eventueel geschikt afdicht-
materiaal.
Koudemiddel bijvullen
GEVAAR!
Het aansluiten van de koelmiddelleidingen en
het hanteren van koelmiddel is voorbehouden
aan bevoegd en vakbekwaam personeel (vak-
bekwaamheidscategorie I).
GEVAAR!
Let er op dat het gebruikte koudemiddel altijd in
vloeibare vorm wordt bijgevuld!
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door koudemiddel!
Bij contact ontvetten koudemiddelen de huid en
kunnen cryogene brandwonden veroorzaken.
Daarom geldt:
- Bij alle werkzaamheden met koudemiddelen
moeten tegen chemicaliën bestendige veilig-
heidshandschoenen worden gedragen.
- Om de ogen te beschermen moet er een vei-
ligheidsbril worden gedragen.
n
De binnenunit is met voldoende koudemiddel
gevuld voor een leidinglengte van
7 meter per buitenunit.
n
Als de leiding langer is dan 7 meter, moet extra
koudemiddel per meter leiding van de buiten-
unit (enkele lengte) worden bijgevuld.
Totale leidinglengte
per buitenunit
Tot en met 7 m
Vanaf 7 m enkele,
totale leidinglengte
Berekeningsvoorbeelden zie de volgende pagina.
Extra vulhoeveelheid
0 g/m
30 g/m
75