REMKO serie HTS
7
Koeling warmtepomp
Op temperatuur houden/koeling middels de
vloerverwarming
De vloerverwarming staat met name bekend om de
warmteafgifte tijdens de verwarmingsperiode. Tij-
dens verwarmingsbedrijf bedraagt het warmteafgif-
tevermogen van de vloerverwarming ongeveer 50
W/m
2
. Als de temperatuur middels de vloerverwar-
ming in stand moet worden gehouden, kan deze
afhankelijk van het temperatuur- en luchtvochtig-
heidsverschil tussen de vloer en de te koelen
ruimten worden geactiveerd en geregeld. Het koel-
vermogen ligt dan tussen 20-30 W/m
waarde is normaal gesproken voldoende voor de
koeling van de woonruimte.
Comfortabel met de warmtepomp koelen
Als de vloerverwarming voor de koeling wordt
gebruikt, moet u de volgende punten in acht
nemen. De koeling moet tijdig worden geactiveerd,
omdat het om een traag systeem gaat. Verwar-
ming van het gebouw moet vooraf worden voor-
komen. De automatische functie van de REMKO
Smart-Control regeling schakelt automatisch om
van verwarmen in de winter naar koelen in de
zomer, als de parameters overeenkomstig zijn
ingesteld. Nadat de regeling is overgeschakeld
naar de zomermodus (alleen warmwater), wordt de
buitentemperatuur bewaakt door de REMKO
Smart-Control regeling. Om ervoor te zorgen dat
het gebouw niet onnodig opwarmt, wordt in de bin-
nenklimaat-modus "Automatisch" de koelfunctie zo
nodig en overeenkomstig geactiveerde parameters
vrijgegeven. De warmtepomp werkt dan vanaf dit
punt in de koelmodus om de warmteafvoer te reali-
seren. Zowel in verwarmings- als koelbedrijf heeft
de warmwaterbereiding altijd voorrang.
Koelen via een afzonderlijk koelcircuit
Als voor de koeling met het systeem een extra
afzonderlijk koelcircuit naast de verwarmingscir-
cuits moet worden gebruikt, moet hiertoe in de
voorloopleiding een omschakelklep (A14), die
wordt aangestuurd met 230V, worden gemonteerd.
Deze wordt geplaatst op de regelaar op A14. Tij-
dens het koelen wordt de klep onder stroom op het
koelcircuit AB/A gezet. Als er niet wordt gekoeld,
staat de klep stroomloos op het AB/B-verwar-
mingscircuit.
66
De koeling verloopt via het verwarmingscircuit
Koeling via een oppervlaktesysteem zoals bijv. een
vloerverwarming wordt stille of passieve koeling
genoemd. Bij koeling via een oppervlaktesysteem
moet met name rekening worden gehouden met
de aanvoertemperatuur. De regeling voor deze
koelfunctie wordt zodanig aangepast dat de vloer-
verwarming niet te ver wordt afgekoeld en onder
het zogenaamde dauwpunt daalt. Als de tempera-
tuur onder het dauwpunt daalt, ontstaat er vocht op
de watervoerende leidingen of op het vloeropper-
vlak van het verwarmingssysteem, wat te allen
tijde moet worden vermeden. Met de REMKO
Smart-Control regeling kan de koeling middels een
2
. Deze
koelcurve van een aangesloten verwarmings-/koel-
circuit worden geactiveerd. Hiervoor is een
REMKO-vochtsensor voor de ruimtetemperatuur
nodig. Deze voeler wordt geïnstalleerd in een refe-
rentieruimte zoals bijv. de woonkamer. Met deze
voeler wordt de actuele luchtvochtigheid en ruimte-
temperatuur bepaald en er kan op veranderende
luchtvochtigheid of temperatuurschommelingen
worden gereageerd. Bovendien moet een verwar-
mings-/koelcircuitmenger zijn geïnstalleerd. Mid-
dels de functie van de menger wordt de watertem-
peratuur in het verwarmings-/koelsysteem altijd
boven het dauwpunt gehouden. De watertempera-
tuur wordt bepaald via een aanvoer- en retour-
voeler die boven de menger en de verwarmingscir-
cuitpompen direct op de leidingen worden
geïnstalleerd. Met de aanvoer- en gemeten retour-
temperatuur kan de REMKO Smart-Control rege-
ling kan met behulp van de menger van het ver-
warmingscircuit de watertemperatuur dusdanig
regelen, dat het dauwpunt niet wordt onder-
schreden. Dit voorkomt dat er vochtvorming ont-
staat op de watervoerende leidingen of vloeren
door het onderschrijden van het dauwpunt waar-
door vochtschade kan ontstaan. Voor een comfor-
tabele koeling via vloerverwarming adviseren wij
de installatie van een REMKO HGM-pompmodule.
Om de vorming van vocht in geval van een tech-
nisch defect of een verkeerde instelling van de
parameters voor de koelfunctie te voorkomen,
adviseren wij om een extra dauwpuntbewaking te
installeren.
Om het hele systeem te beschermen, moet de
vloerverwarming altijd worden beschermd met ten
minste een externe dauwpuntsensor en een dauw-
puntvoeler. Doorgaans moet bij vloerverwarming
één dauwpuntvoeler per onderverdeling worden
geïnstalleerd. De dauwpuntvoeler reageert op
eventuele vochtigheid en schakelt het systeem
(bijv. verwarmingscircuitpomp HGM) uit als er
vocht zou optreden. Dit zorgt ervoor dat, zo nodig,
het systeem in geval van nood wordt uitgeschakeld
zonder dat er grote schade kan ontstaan.