Led code Relais K1 *)
8 x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
9 x
aangetrokken, 11
- 14 overbrugd
11x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
12 x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
13 x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
14 x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
17 x
gedaald, 11 - 14
onderbroken
*) K1: bij een fabrieksmatig geprogrammeerde functie: storingsmelding niet geïnverteerd
Oorzaak
Verklaring
ZK overspanning
Wanneer de tussencircuitspanning
boven de vastgelegde grenswaarde
stijgt, volgt uitschakeling van de
motor. Oorzaak is te hoge ingangs-
spanning of generatorische werking
van de motor.
Afkoelpauze
Afkoelpauze voor ca. 60 sec. Defini-
tieve uitschakeling na 2 afkoel-
pauzes.
Fout bij starten van de motor
Wanneer er een startcommando
aanwezig is (vrijgave voorhanden en
instelwaarde > 0 ) en de motor niet
binnen 5 minuten in de juiste richting
begint te draaien, volgt een foutmel-
ding.
Netspanning te laag Wanneer de
tussencircuitspanning onder de
vastgelegde grenswaarde daalt,
volgt uitschakeling.
Netspanning te hoog
Oorzaak is te hoge ingangsspanning
Wanneer de netspanning boven de
vastgelegde grenswaarde stijgt,
volgt uitschakeling van de motor.
Fout piekstroom
Wanneer de motorstroom (ook korte
tijd) boven een vastgelegde grens-
waarde stijgt, volgt uitschakeling.
Temperatuuralarm
Overschrijding van de max. toelaat-
bare binnentemperatuur.
Reactie van de controller
Oplossing
Daalt de tussencircuitspanning
binnen 75 sec. weer tot onder de
grenswaarde, dan volgt automatisch
een opstartpoging. Blijft de tussen-
circuitspanning langer dan 75 sec.
boven de grenswaarde, dan volgt
uitschakeling met een foutmelding.
Afkoelpauze voor ca. 60 sec. Defini-
tieve uitschakeling na 2 afkoel-
pauzes.
Is het mogelijk de motor na de fout-
melding in de ingestelde richting te
starten, dan verdwijnt de foutmel-
ding. Na een tussentijdse span-
ningsonderbreking begint de tijdme-
ting tot de uitschakeling van voor af
aan. Controleren of de motor vrij
draaibaar is. Controleren, of de ven-
tilator door luchtstroom terugwaarts
aangedreven wordt.
Stijgt de netspanning binnen 75 sec.
weer tot boven de grenswaarde, dan
volgt automatisch een opstartpo-
ging. Blijft de netspanning langer
dan 75 sec. onder de grenswaarde,
dan volgt uitschakeling met een
foutmelding.
Daalt de netspanning binnen 75 sec.
weer tot onder de grenswaarde, dan
volgt automatisch een opstartpo-
ging. Blijft de netspanning langer
dan 75 sec. boven de grenswaarde,
dan volgt uitschakeling met een
foutmelding.
Na een uitschakeling wacht de con-
troller een tijd van 5 sec. en doet
daarna nog een opstartpoging.
Treden er binnen 60 sec. opeenvol-
gend nog 5 uitschakelingen op, dan
volgt definitieve uitschakeling met
een foutmelding. Wanneer er 60
sec. lang zonder verdere uitschake-
ling verstreken is, wordt de teller
teruggezet.
Controller schakelt de motor uit.
Automatische herstart na afkoeling.
Montage van het apparaat en koe-
ling van de controller controleren.
93