n
Ruimten waarin koudemiddel kan lekken vol-
doende te laden en te ventileren. Anders
bestaat er gevaar voor verstikking.
n
Alle delen van de behuizing en openingen, bijv.
luchtin- en uitgangen, moeten vrij zijn van
vreemde voorwerpen, vloeistoffen of gassen.
n
De apparatuur dient tenminste eenmaal jaar-
lijks door een deskundige gecontroleerd te
worden. Visuele controles en reinigingswerk-
zaamheden mogen in spanningsloze toestand
door de gebruiker uitgevoerd worden.
1.8 Veiligheidsvoorschriften voor
montage-, onderhouds- en
inspectiewerkzaamheden
n
Bij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
n
Het opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
n
Men dient zich aan de regionale verordeningen
en wetten te houden, zoals de wet op de
waterhuishouding.
n
De elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
n
De apparaten mogen uitsluitend op die punten
worden bevestigd die de fabrikant hiervoor
heeft voorzien. De apparaten mogen uitslui-
tend aan constructies of wanden of op vloeren
worden bevestigd of geplaatst die deze belas-
ting kunnen dragen.
n
Apparaten voor mobiel gebruik moeten veilig
en verticaal op een geschikte ondergrond
opgesteld worden. Apparaten voor stationair
bedrijf mogen alleen in vast geïnstalleerde toe-
stand gebruikt worden.
De apparaten en componenten mogen niet
n
worden gebruikt op plaatsen met verhoogd
risico op beschadigingen. De minimale vrije
ruimte moet worden aangehouden.
De apparaten en componenten moeten vol-
n
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
n
Veiligheidsinrichtingen moeten niet worden
gewijzigd of omzeild.
1.9 Zelfstandige ombouw en
veranderingen
Het ombouwen of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
1.10
Toepasselijk gebruik
De units zijn afhankelijk van model en uitrusting
uitsluitend bedoeld als een warmtepomp voor koe-
ling of verwarming van het werkmedium water in
een gesloten kring medium.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet toe-
passelijk gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant / leverancier van de
machine niet aansprakelijk. Het risico wordt uitslui-
tend door de gebruiker gedragen. Bij het toepasse-
lijk gebruik hoort ook het inachtnemen van de
bedienings- en installatie-instructies en het
nakomen van de onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.11
Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
7