Controlelampjes in de
dakconsole
Overzicht
O Richtingaanwijzer 3 69
Gordelverklikker 3 70
X
Airbags en gordelspanners
v
3 70
V Airbag deactiveren 3 70
p Laadsysteem 3 71
Z Storingsindicatielamp 3 71
g Laat auto spoedig nakijken
3 71
Instrumenten en bedieningsorganen
R Rem- en koppelingssysteem
3 71
- Pedaal intrappen 3 71
u Antiblokkeersysteem (ABS)
3 72
Opschakelen 3 72
[
Stuurbekrachtiging 3 72
c
Lane Departure Warning
)
3 72
r Ultrasoonparkeerhulp 3 72
Elektronische stabiliteitsrege‐
a
ling UIT 3 72
Elektronische stabiliteitsrege‐
b
ling en Traction Control-
systeem 3 73
Traction Control-systeem uit
k
3 73
Koelvloeistoftemperatuur
W
3 73
w
Bandenspanningscontrolesys‐
teem 3 73
I Motoroliedruk 3 73
Te laag brandstofpeil 3 74
Y
Startbeveiliging 3 74
d
# Beperkt motorvermogen
3 74
8 Buitenverlichting 3 74
C Grootlicht 3 74
Mistlamp 3 74
>
Mistachterlicht 3 74
r
Cruise control 3 75
m
Snelheidsbegrenzer 3 75
L
Motorkap open 3 75
/
Portier open 3 75
N
Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd
De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
Een richtingaanwijzer of de alarm‐
knipperlichten zijn geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering kapot.
Gloeilamp vervangen 3 145, zeke‐
ringen 3 151.
69