Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐
len.
Instrumenten en bedieningsorganen
Stuurbedieningsknoppen
Met de knoppen op het stuurwiel kunt
u het Driver Information Center,
bepaalde bestuurdersondersteu‐
ningssystemen, het infotainmentsys‐
teem en een aangesloten mobiele
telefoon bedienen.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 124.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainment-systeem.
Verwarmd stuurwiel
Druk op A om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de led in de toets.
59