66
Instrumenten en bedieningsorganen
Led uit
: rijden op benzine
Led
: voorwaarden voor over‐
knippert
schakelen op rijden op
LPG controleren. Licht
op als aan de voorwaar‐
den voldaan is.
Led aan : rijden op LPG
Led knip‐
: LPG-tank is leeg of
pert vijf
storing in LPG-systeem.
keer en
Er verschijnt een bericht
dooft
op het Driver Information
Center.
Zodra de LPG-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van de ontste‐
king automatisch op benzine overge‐
schakeld.
Brandstof voor het rijden op LPG
3 130.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Het aantal leds geeft de koelvloeistof‐
temperatuur aan.
maximaal 2
: motor nog niet op
leds
bedrijfstempera‐
tuur
3 tot 6 leds
: normale bedrijfs‐
temperatuur
meer dan 6 leds : koelvloeistoftem‐
peratuur te hoog
Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het controlesysteem van de oliekwa‐
liteit laat u weten wanneer de motor‐
olie en het oliefilter moeten worden
vervangen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden, kan het aangegeven
vervangingsinterval van de motorolie
en het oliefilter aanzienlijk variëren.