Opnemen vanaf digitale video-
apparaten (DV dubben)
U kunt vrijwel zonder verlies van beeld- en geluidskwaliteit beelden opnemen vanaf
andere digitale videoapparaten die uitgerust zijn met een DV-aansluiting.
❍ Wanneer u opneemt vanaf digitale videoapparaten, overtuig u er dan van dat op
het scherm "AV \ DV" niet wordt weergegeven. Indien "AV \ DV" wel wordt
weergegeven, verander dan de instelling (
❍ Abnormale signalen die worden verzonden vanaf het aangesloten apparaat, worden
mogelijk opgenomen als een abnormaal beeld (hoewel dit op het scherm misschien
niet te zien is), of worden in het geheel niet opgenomen.
❍ Auteursrechtsignalen kunnen niet worden opgenomen.
❍ Lege gedeelten worden mogelijk opgenomen als een abnormaal beeld.
❍ Als het beeld niet verschijnt, sluit de DV-kabel dan opnieuw aan of zet de
camcorder uit en weer aan.
❍ U kunt alleen signalen opnemen vanaf apparaten met het
opgenomen met het SD-systeem in de SP- of LP-modus.
❍ Met de DV-kabel kunt u niet meer dan één apparaat aansluiten.
❍ U kunt de camcorder gebruiken voor afspelen en opnemen zonder de DV-kabel
opnieuw aan te sluiten.
CAMERA
1. Sluit de camcorder aan op het digitale videoapparaat.
Zie Een digitaal videoapparaat aansluiten (
2. Zet de camcorder in de stand PLAY (VCR) en plaats een lege cassette.
"DV IN" verschijnt.
3. Aangesloten apparaat: plaats de opgenomen cassette.
4. Druk op de REC PAUSE-toets.
U kunt tijdens de opnamepauzestand en tijdens het opnemen op
het scherm het beeld controleren.
5. Aangesloten apparaat: Start het afspelen van de
cassette.
6. Druk op de e/a toets wanneer de scène verschijnt
die u wilt opnemen.
7. Druk op de 3 toets om de band stop te zetten.
• Wilt u tijdens het opnemen een pauze inlassen, druk dan op
de e/ a toets.
• Wilt u het opnemen hervatten, druk dan opnieuw op de e/ a
toets.
8. Aangesloten apparaat: Stop met afspelen.
PLAY (VCR)
92).
CARD CAMERA
87).
logo wanneer wordt
CARD CAMERA
Ne
89