Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik van luchtdetectie
Er kan een luchtsensor worden aangesloten op de inlaatleiding om te voorkomen dat
er lucht in de kolom komt. Het systeem kan vervolgens worden ingesteld om de monster-
stroom te stoppen en om bijvoorbeeld de leiding naar klep V5 te laten spoelen met buffer
via een andere poort, of elutiebuffer het systeem binnen laten stromen via de inlaatklep-
pen. De luchtsensor maakt vervolgens vullen zonder toezicht mogelijk van monsters
met onbekende volumes.
Zie de aanwijzingen voor het aansluiten van de luchtsensor in
2 op een inlaatleiding, op pagina 65
Om luchtdetectie in de methode-wizard te activeren, kiest u Watch Air Sensor 2 in het
dialoogvenster. Om te bepalen welke pomp door de luchtsensor wordt geregeld, selecteert
u System:Settings. Luchtsensor 2 vindt u onder Instructions (Instructies). Als de luchtsen-
sor is aangesloten op een monsterinlaat (V3), selecteert u SamplePump. Als de luchtsensor
is aangesloten op een bufferinlaat (V1, V2), selecteert u SystemPump
De luchtafsluiting gebruiken
De ontluchter wordt gebruikt voor het verwijderen van luchtbellen in de buffer die door
de systeempomp door de slangen wordt gespoeld.
De luchtafsluiting kan ook worden gebruikt om lucht uit het monster te verwijderen. Voor
deze functie moeten de methodes en de leidingroutes tussen druksensor 3 en klep V5
worden gewijzigd om de luchtafsluiting erin op te nemen. Houd rekening met het inge-
nomen volume. De luchtafsluiting is aan de bovenkant uitgerust met een ontluchtings-
connector (1). Deze wordt gebruikt om het bufferpeil in de luchtafsluiting af te stellen
voor de run.
ÄKTApilot Gebruiksaanwijzing 28959785 AG
5 Voorbereidingen voor het starten
5.8 Monster toepassen
Aansluiten van luchtsensor
75
Advertenties
Inhoudsopgave
