Inhoudsopgave
Advertenties
7 Onderhoud
7.2 Reinigen
7.2.2 Cleaning-in-place (CIP) en ontsmetting
Stap
7
8
9
10
De CIP-systeem
ontsmettingsprocedure
uitvoeren
Als standaard instelling zijn alle inlaten en uitlaten in de ontsmettingsmethode opgeno-
men. Inlaat A1, Inlaat B1, Monster 1, Afval2 en AfvalF1 zijn altijd in de ontsmetting opge-
nomen. Als een klep in de methode-wizard wordt gedeselecteerd, bijvoorbeeld Inlaat
A3, zal de tijd in de methode voor ontsmetting van Inlaat A3 naar Inlaat A1 worden
overgebracht. Op dezelfde manier wordt de tijd voor Inlaat B2–B4 overgebracht naar
Inlaat B1, de tijd voor Monster 2–4 naar Monster 1, en de tijd voor Afval F2–F8 naar Afval
F1. Daardoor blijft de totale tijd voor het uitvoeren van CIP systeem altijd gelijk. De me-
thode CIP systeem duurt ongeveer 2,5 uur.
Stap
1
2
3
4
5
6
102
Werkzaamheden
Start de pomp op een snelheid van meer dan 200 ml/min om de luchtafslui-
ting te vullen.
Wanneer de luchtafsluiting vol is en er water in de bovenkant van de leiding
stroomt, stelt u Airtrap_filter (Luchtafsluiting_filter) in op Bypass en klikt u
op Execute (Uitvoeren).
10 sluit de ontluchtingsconnector door hem vast te schroeven.
Klik op End (Beëindigen) op de werkbalk om de pomp te stoppen en de inlaat-
en uitlaatkleppen te sluiten.
Sluit de ontluchtingsconnector door hem vast te schroeven.
Werkzaamheden
In de module System Control (Systeembesturing) selecteert u File:Instant
Run. (Bestand:Onmiddellijk bedrijf).
In het venster Instant Run (Onmiddellijk bedrijf), selecteert u systeem. Klik
op Run (Bedrijf).
In de methode-wizard kiest u Special Method (Speciale methode)
Selecteer CIP System (CIP systeem).
Selecteer de juiste parameterwaarden in de dialoogvensters die volgen.
Klik in het laatste dialoogvenster op Run (Bedrijf). Het startprotocol wordt
geopend.
ÄKTApilot Gebruiksaanwijzing 28959785 AG
Advertenties
Inhoudsopgave
