Inhoudsopgave
Advertenties
Stap
2
3
4
5
6
7
Prepareren van de inlaatleiding
en luchtafsluiting
Voordat u gaat ontsmetten, moet de luchtafsluiting met water worden gevuld.
Opmerking:
Stap
1
2
3
4
Stap
1
2
3
4
5
6
ÄKTApilot Gebruiksaanwijzing 28959785 AG
Werkzaamheden
Dompel de uiteinden van alle te ontsmetten inlaatleidingen onder in het
water.
Routeer alle te ontsmetten uitlaatleidingen naar de afvalcontainer.
Sluit het spruitstuk aan (28-4009-03))
Vervang de kolom(men) door by-pass leidingen.
Vervang de pH-elektrode door een dummy elektrode.
Reinig de punt van de pH-elektrode met 70% ethanol en dompel de punt in
een 1:1 mengsel van pH 4 buffer en 2 M KNO3.
Zorg ervoor dat de inlaatleidingen en de pompen met water zijn gevuld.
Werkzaamheden
Sluit de ontluchtingsleiding van de luchtafsluiting aan op de ontluchtings-
connector.
Routeer de leiding naar een geschikte afvalcontainer.
Open de ontluchtingsconnector door hem een aantal slagen los te schroeven.
Dompel de uiteinden van alle te ontsmetten inlaatleidingen onder in de
watercontainer.
Werkzaamheden
In de module System Control (Systeembesturing) selecteert u Manual:Flow-
path (Handmatig:Vloeistoftraject).
Stel Airtrap_filter (Luchtafsluiting_Filter) in op Inline en klik op Insert (Invoe-
gen).
Stel InletA (InlaatA) in op InletA1 (InlaatA1) en klik op Insert (Invoegen).
Stel InletB (InlaatB) in op InletB1 (InlaatB1) en klik op Insert (Invoegen).
Stel Waste2 (Afval2) in op Open en klik op Insert (Invoegen).
Klik op Execute (Uitvoeren).
7.2.2 Cleaning-in-place (CIP) en ontsmetting
7 Onderhoud
7.2 Reinigen
101
Advertenties
Inhoudsopgave
