5 Voorbereidingen voor het starten
5.3 Slangen en stekkers
5.3
Slangen en stekkers
Systeemleidingen
Het is belangrijk om de juiste systeemleidingen te gebruiken. Bij de toevoer heeft de leiding
van de inlaatkleppen V1–V3 naar de uitlaatklep V9 een binnendiameter. van 2,9 mm en
een buitendiameter. van 3/16 inch. De leiding is vervaardigd van ETFE en voorgeflenst
met 5/16 inch connectors.
Buffer- en monsterinlaatslangen
Evenwicht-, was- en elutiebuffers worden, evenals reinigingsoplossingen, in het systeem
gebracht via de inlaatkleppen V1–V2. Het monster wordt toegevoerd via klep V3. Er zijn
acht bufferinlaten, vier in elke klep, en vier monsterinlaten. Elke inlaat is voorzien van
een TC-connector.
De inlaatleiding van het systeem is 120 cm lang en heeft TC-connectors aan beide uit-
einden. De slang is gemaakt van PVC en heeft een binnendiameter van 7 mm. Er is een
elleboog 90° TC 25-6, een TC-klem en een bevestigingsmoer nodig om de slangen op
de klep aan te sluiten.
Opmerking:
62
Sterke organische oplosmiddelen, zoals acetonitriel, tetrahydrofuraan etc.
mogen niet met PVC-leidingen worden gebruikt.
ÄKTApilot Gebruiksaanwijzing 28959785 AG