Probleemoplossing
Storing stuurbekrachtiging
brandt - Stuurbekrachtiging volledig uitgeval-
len, voor het sturen is meer kracht nodig
›
Het contact uitschakelen, de motor starten en en-
kele meters rijden.
›
Indien het controlelampje
der rijden. De hulp van een specialist inroepen.
brandt - Stuurbekrachtiging gedeeltelijk uitge-
vallen, voor het sturen is mogelijk meer kracht
nodig
›
Het contact uitschakelen, de motor starten en en-
kele meters rijden.
›
Indien het controlelampje
voorzichtig verder worden gereden. De hulp van
een specialist inroepen.
Storing stuurkolomvergrendeling
knippert
Melding betreffende een storing van de stuur-
kolomvergrendeling
›
De wagen stilzetten.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Na het afzetten van het contact is het niet meer mo-
gelijk het contact in te schakelen, de stuurinrichting
te vergrendelen en de elektrische verbruikers in te
schakelen.
knippert
Melding betreffende een storing van het
stuurslot
›
Er kan voorzichtig verder worden gereden. De hulp
van een specialist inroepen.
Stuurkolomvergrendeling niet ontgrendeld
knippert
Melding betreffende de noodzakelijke stuur-
wielbeweging
›
Het stuurwiel iets heen en weer bewegen.
Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
›
Het stuurwiel in de ge-
wenste stand zetten.
›
De borghendel tot de
aanslag drukken.
niet uit gaat, niet ver-
niet uit gaat, kan
›
Als de stuurinrichting niet wordt ontgrendeld, de
wagen stilzeten en de hulp van een specialist inroe-
pen.
Stuurwielverwarming
Voorwaarden
✓ De motor draait.
Bediening
Geldt voor de Climatronic.
›
De toets
op de Climatronic indrukken of
op het infotainmentbeeldscherm aantippen om de
stuurwielverwarming in te schakelen.
Of:
›
op het infotainmentbeeldscherm aan-
tippen om de stuurwielverwarming in te schakelen.
Instellingen
Stuurwielverwarming samen met de bestuurders-
stoelverwarming
Geldt voor de Climatronic.
Bij ingeschakelde functie wordt door het indrukken
van de toets voor de bestuurdersstoelverwarming
ook de stuurwielverwarming in- resp. uitgeschakeld.
›
De toets
op de Climatronic indrukken
het infotainmentbeeldscherm aantippen en het
menupunt voor de koppeling van de stoel- en
stuurwielverwarming selecteren.
Of:
›
op het infotainmentbeeldscherm aan-
tippen en het menupunt voor de koppeling van de
stoel- en stuurwielverwarming selecteren.
Bij het inschakelen van de functie wordt op het info-
tainmentbeeldscherm de functietoets
ven. Hiermee kan de stuurwielverwarming worden
in- resp. uitgeschakeld.
Stuurwielverwarming
31
op
weergege-