Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

136 Parkeerhulpsystemen ›

Parkeerassistent

Gebruiksdoel
De parkeerassistent ondersteunt de bestuurder bij
het inparkeren in parkeerruimtes parallel aan en
haaks op de rijbaan en bij het uitparkeren uit par-
keerruimtes parallel aan de rijbaan.
Waarop letten
Het systeem in de volgende situaties niet te gebrui-
ken.
Op een losse of gladde ondergrond.
Als sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn
gemonteerd.
Als het systeem een niet-passende parkeerruimte
voor het inparkeren aanbiedt.
Werking
Het systeem zoekt een parkeerruimte en neemt tij-
dens het in- of uitparkeren alleen de besturing over.
De bestuurder bedient de pedalen en de versnel-
lings- resp. keuzehendel.
Het systeem geeft informatie en aanwijzingen weer
op het display van het instrumentenpaneel.
Als het systeem een gevaar voor een aanrijding her-
kent, wordt een automatische noodstop uitgevoerd
om de impact te verminderen.
Werkingsvoorwaarden
✓ De rijsnelheid is lager dan 7 km/h.
✓ De ASR is geactiveerd en er vindt geen ingreep
plaats.
✓ Er vindt geen ingreep door de bestuurder plaats
bij het automatisch sturen.
✓ Op het aanhangwagenstopcontact is geen acces-
soire aangesloten.
Bediening
Inschakelen/uitschakelen
De toets
indrukken.
Bij ingeschakeld systeem brandt in de toets het
symbool
.
Rijbaanzijde voor het inparkeren selecteren
Het systeem zoekt automatisch naar een passende
parkeerruimte aan bijrijderszijde.
Het knipperlicht voor de bestuurderszijde bedienen
om een parkeerruimte aan deze rijbaanzijde te zoe-
ken.
Parkeerassistent
Procedure bij het zoeken van parkeerruimte
Langs een aantal geparkeerde wagens rijden op
een afstand van 0,5 - 1,5 m.
Om naar een parkeerruimte dwars op de rijbaan te
zoeken, langzamer dan 20 km/h rijden.
Om naar een fileparkeerruimte te zoeken, langza-
mer dan 40 km/h rijden.
Indien op het display het symbool
weergegeven, de rijsnelheid verlagen. Wanneer het
systeem een parkeerruimte vindt, verschijnt op het
display de aanbevolen parkeermodus.
Parkeermodus wisselen
Als er een geschikte parkeerruimte wordt gevonden,
kunnen op het display de volgende parkeermodi
worden weergegeven.
Achteruit fileparkeren
Achteruit inparkeren
Vooruit inparkeren
De parkeermodus kan worden gewisseld, door op de
toets
te drukken.
Door opnieuw op de toets
systeem uitgeschakeld.
Om naar de oorspronkelijk geadviseerde parkeer-
modus terug te keren opnieuw op de toets
drukken.
Voor de inparkeermanoeuvre
Als er een geschikte parkeerruimte wordt gevon-
den, stoppen en overeenkomstig de pijl op het dis-
play vooruit- of achteruitrijden.
Zodra een melding over de stuuringreep wordt
weergegeven, het stuurwiel loslaten. Het sturen
wordt door het systeem overgenomen.
Inparkeermanoeuvre
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwondingen!
Tijdens het inparkeren niet tussen de stuurwielspa-
ken grijpen.
Alleen de pedalen en de versnellings-/keuzehendel
bedienen.
De omgeving van de wagen in de gaten houden en
overeenkomstig de pijl op het display achteruit- of
vooruitrijden.
(km/h) wordt
te drukken, wordt het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave