118 Starten en rijden ›
Schakelbak
✓ Het bestuurdersportier is gesloten.
✓ De bestuurder heeft de veiligheidsgordel omge-
gespt.
✓ De snelheid was na de laatste keer stoppen hoger
dan 4 km/h.
Instellingen
Automatische activering
Bij het starten van de motor.
▶
Door het selecteren van de rijmodus Eco
▶
na 120,
Bediening.
Systeem deactiveren/activeren
›
De toets
indrukken.
Bij gedeactiveerd systeem brandt in de toets het
symbool
.
Als er een systeemgerelateerde uitschakeling van de
motor plaatsvindt en het systeem wordt gedeacti-
veerd, slaat de motor aan.
Probleemoplossing
De motor schakelt niet uit bij het stoppen of slaat
aan voor het wegrijden
Het systeem heeft herkend dat een draaiende motor
noodzakelijk is.
Schakelbak
Bediening
LET OP
Gevaar voor motorschade!
Voor het bereiken van het rode gebied op de toe-
▶
rentellerschaal opschakelen naar de volgende ho-
gere versnelling.
LET OP
Gevaar voor schade aan de versnellingsbak!
Het koppelingspedaal bij het schakelen volledig in-
▶
trappen.
Wanneer er niet hoeft te worden geschakeld, de
▶
hand niet op de versnellingshendel laten rusten.
Achteruitversnelling inschakelen
›
De wagen stilzetten.
›
Het koppelingspedaal volledig intrappen.
›
De versnellingshendel in de neutrale stand zetten.
›
De versnellingshendel naar beneden drukken.
›
Deze volledig naar links plaatsen.
›
Kort wachten.
›
De achteruitversnelling inschakelen.
Automatische versnellingsbak
Keuzehendelstanden
» Pagi-
stilstaande wagen inschakelen.
Neutrale stand
Er vindt geen overdracht plaats van het motor-
vermogen naar de wielen.
Vooruitrijden / Sportprogramma
Het schakelen vindt automatisch plaats.
Tussen en kiezen (tegen de veerdruk in)
In de modus wordt bij hogere toerentallen ge-
schakeld dan in de modus .
Keuzehendel uit de stand of halen
brandt - de keuzehendel is geblokkeerd
WAARSCHUWING
Gevaar voor wegrollen van de stilstaande wagen!
Indien de keuzehendel in de stand
▶
handmatige schakelmodus staat, de wagen met de
rem op zijn plaats houden.
Bediening
Wegrijden
›
Het rempedaal ingetrapt houden.
›
De motor starten.
›
De knop in de keuzehendel indrukken en deze in de
gewenste stand zetten.
›
Het rempedaal loslaten en gas geven.
Tijdens het rijden maximaal accelereren (kick-
down)
›
Het gaspedaal volledig intrappen.
Geparkeerde wa-
gen
De aangedreven
wielen zijn geblok-
keerd.
De stand alleen bij
stilstaande wagen
inschakelen.
Achteruitversnelling
De stand alleen bij
›
Het rempedaal intrap-
pen en tegelijkertijd de
knop in de keuzehendel
indrukken.
, of in de