ONDERHOUDSPROCEDURES
WAARSCHUWING
Als de motor draait terwijl de wa-
terscooter uit het water is, kan de
warmtewisselaar in de rijplaat erg
heet worden. Vermijd elke aanra-
king van de rijplaat om brandwon-
den te voorkomen.
Sluit een tuinslang aan op de koppe-
ling aan de achterzijde van het vaartuig
(bakboordzijde van de achtersteven).
Open de waterkraan niet op dat mo-
ment.
smo2009-002-132_c
TYPISCH
1. Locatie van de spoelkoppeling
OPMERKING: U kunt een optionele
snelkoppeladapter en slangkoppeling
gebruiken (Stuknr. 295 500 473). U
hebt geen slangklem nodig om de mo-
tor te spoelen.
smo2009-002-138
SNELKOPPELING-ADAPTER
______________
128
smo2009-002-139_a
TYPISCH
1. Slangadapter (optie, niet verplicht)
2. Snelkoppeling (optie, niet verplicht)
3. Tuinslang
Om te spoelen start u de motor en
opent onmiddellijk de waterkraan.
LET OP Sommige onderdelen
in het motorcompartiment kunnen
erg heet zijn. Rechtstreekse aanra-
king kan tot brandwonden leiden.
Raak geen elektrische onderdelen
of delen van de jetpomp aan als de
motor draait.
Spoel nooit een hete
MERK OP
motor. Start de motor altijd voor-
dat u de waterkraan opent. Open de
waterkraan onmiddellijk nadat u de
motor hebt gestart om oververhit-
ting te voorkomen.
Laat de motor ongeveer 20 seconden
snel stationair draaien tussen 4.000 -
5.000 RPM.
Laat de motor nooit
MERK OP
draaien zonder watertoevoer naar
het uitlaatsysteem als de water-
scooter uit het water is.
Controleer of er water uit de jetpomp
stroomt terwijl u spoelt. Raadpleeg
anders een erkende Sea-Doo dealer
voor service.
Laat de motor nooit lan-
MERK OP
ger dan 2 minuten draaien. De pak-
king van de aandrijflijn wordt niet
gekoeld wanneer de waterscooter
uit het water is.