BEDIENINGSINSTRUCTIES
of OMLAAG tot het gewenste cijfer
voor de GELEIDELIJKE TOENAME
op de multifunctionele display ver-
schijnt.
4. Druk op SET om de instelling voor
de geleidelijke toename vast te leg-
gen. Het multifunctionele instru-
mentenbord schakelt over op de
instelling voor de DOELSNELHEID.
smo2010-002-118
TWEEDE BESCHIKBARE INSTELLING -
DOELSNELHEID
1. DOELSNELHEID instellen
5. Druk op de pijlknop OMHOOG of
OMLAAG om de doelsnelheid te
verlagen of te verhogen.
6. Druk op set om de doelsnelheid vast
te leggen. De display schakelt over
op de schuivende melding SKIMO-
DUS - OP_SET_DRUKKEN OM TE
STARTEN OF OP 'MODE' OM AF
TE SLUITEN.
smo2010-002-119
SCHUIVENDE MELDING - SKIMODUS -
OP_SET_DRUKKEN OM TE STARTEN OF OP
'MODE' OM AF TE SLUITEN
______________
104
OPMERKING: Om de 5 seconden
hoort u een PIEPtoon die u eraan her-
innert dat de SKIMODUS is ingescha-
keld.
7. Druk nogmaals op SET. De bevesti-
ging SKIMODUS ACTIEF - TERUG
NAAR STATIONAIR OM TE ANNU-
LEREN verschijnt.
smo2010-002-120
SCHUIVENDE MELDING - SKIMODUS
ACTIEF - OP_MODE_ DRUKKEN_ EN TERUG
NAAR STATIONAIR OM TE ANNULEREN
OPMERKING: Het
voor de SKIMODUS knippert ook als
de skimodus wordt geactiveerd.
smo2010-002-300
OPMERKING: U kunt de skimodus
niet inschakelen als u de gashendel
niet volledig hebt losgelaten en indien
CRUISE of de TRAGE-SNELHEIDS-
MODUS is ingeschakeld. Dan ver-
schijnt op de multifunctionele display
een melding die u op de hoogte brengt
van de situatie. Volg de instructie op
de display.
indicatorlichtje