WaarschuWiNGslaMPjes
de aanwezigheid en de werking van de lampjes ZijN afhaNkelijk VaN het laNd, het uitrustiNGsNiVeau eN eVeNtuele
oPties VaN de auto.
a
x
Waarschuwingslampje antiblok-
keersysteem
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes.
Als het niet dooft na het aanzetten van het
contact of als het oplicht tijdens het rijden,
wijst dit op een storing in het antiblokkeer-
systeem van de wielen. Er kan dan met de
auto worden geremd als bij een auto zonder
ABS. Raadpleeg snel een merkdealer.
1.58
(3/3)
Waarschuwingslampje tempera-
tuur elektronisch systeem
Wanneer het waarschuwingslampje gaat
branden, heeft de tractiebatterij een te lage
temperatuur of de motor of de tractiebatterij
een te hoge temperatuur. Neem een soepe-
ler rijgedrag aan.
het branden van het waarschuwings-
lampje kan een vermindering van de
prestaties van de auto met zich meebren-
gen.
Als het gaat branden tijdens het starten, geeft
dit een defect aan van de 12 V-hulpaccu.
Waarschuwingslampje
niveau tractiebatterij
Het knippert wanneer het laadniveau van de
tractiebatterij op reserve staat. Raadpleeg
de paragraaf "Displays en meters" in hoofd-
stuk 1.
controlelampje van de eco-
modus
Het licht op wanneer de functie is ingescha-
keld.
Waarschuwingslampje elektro-
nisch systeem
Wanneer het tijdens het rijden gaat branden,
is er sprake van een elektrotechnische sto-
ring in het "400 volt"-circuit. Raadpleeg snel
een merkdealer.
Waarschuwingslampje elektro-
nisch stabiliteitsprogramma
(ESC) en tractiecontrole (ASR)
Er zijn verschillende gevallen waarbij het
controlelampje gaat branden: raadpleeg de
paragraaf "Hulp- en correctiesystemen tij-
dens het rijden" in hoofdstuk 2.
laag