AUTOMATISCHE kLIMAATREgELINg
Regeling van de
ventilateursnelheid
Draai de knop 6 op een van de acht standen
om de ventilatie met het gewenste vermo-
gen in te schakelen.
Stand OFF
In deze stand:
– de airconditioning stopt automatisch;
– de ventilatiesnelheid van de lucht in het
interieur is nul;
– is er nog wel een beetje ventilatie als de
auto rijdt (rijwind).
Deze stand wordt afgeraden onder normale
omstandigheden.
Wijzigen van de verdeling van
de lucht in het interieur
Druk op één van de toetsen 4 om de verde-
ling te kiezen. het controlelampje in de toets
waarop u hebt gedrukt, licht op.
U kunt beide standen tegelijk gebruiken door
op allebei de toetsen 4 te drukken.
Ø
De lucht wordt naar de roosters
van de zijruiten voorin en naar de
ontwasemingssleuven gevoerd.
3.6
(3/4)
½
De lucht wordt naar de ventilatie-
roosters in het dashboard ge-
voerd.
¿
De lucht wordt voornamelijk naar
de voetenruimtes gevoerd.
Achterruitverwarming
Druk op de toets 9, het ingebouwde contro-
lelampje brandt. De achterruit wordt nu snel
ontwasemd en de buitenspiegels worden
verwarmd (afhankelijk van de uitvoering).
4
9
U schakelt deze functie uit door opnieuw
op de toets 9 te drukken. De verwarming
schakelt na enige tijd automatisch uit.
Advies
Om energie te besparen, kunt u bij vorst
het ijs beter handmatig verwijderen van
uw achterruit met een ijskrabber dan
de functie Ontdooien-ontwasemen in te
schakelen.
6